Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Sąd Okręgowy in Kielce(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Regional Court in Kielcevan 14 februari 2022 met referentie
II K 1530/21, in hoger beroep aangepast met een arrest van
the District Court in Kielcevan 8 juni 2022 met referentie
IX Ka 510/22.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
25 augustus 2023 volgt dat de opgeëiste persoon niet in persoon aanwezig was bij het proces dat tot de beslissing in hoger beroep heeft geleid. Wel is hij blijkens dezelfde aanvullende informatie op 11 mei 2022 in persoon opgeroepen en is hij er daarbij op gewezen dat een beslissing in zijn afwezigheid kon worden genomen wanneer hij niet zou verschijnen, hetgeen vervolgens ook gebeurd is. Daarmee is sprake van de situatie als bedoeld in artikel 12, sub a, OLW en doet de weigeringsgrond zich ook ten aanzien van de procedure in hoger beroep niet voor. De enkele ontkenning door de opgeëiste persoon dat hij in persoon is opgeroepen, maakt dat niet anders. Op grond van het vertrouwensbeginsel moet uitgegaan worden van de juistheid van de mededelingen van de uitvaardigende justitiële autoriteit.
5.Strafbaarheid: feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
6.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Sąd Okręgowy in Kielce(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.