In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam om haar geen urgentieverklaring te geven. Eiseres had in beroep al een woning en haar procesbelang lag in het verzoek om proceskosten in bezwaar. De aanvraag voor de urgentieverklaring was afgewezen op 8 april 2022 en het bestreden besluit volgde op 18 juli 2022. Eiseres heeft op 26 augustus 2022 beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 22 september 2023 werd duidelijk dat eiseres sinds twee maanden een woning in Amsterdam heeft, wat door verweerder werd aangevoerd als reden om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank oordeelt echter dat eiseres nog steeds belang heeft bij de beoordeling van haar beroep, omdat zij om vergoeding van proceskosten heeft verzocht.
De rechtbank beoordeelt vervolgens de afwijzing van de aanvraag voor de urgentieverklaring. De regels voor het verlenen van een urgentieverklaring zijn streng, gezien de schaarste aan sociale huurwoningen in Amsterdam. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet voldoet aan de eis van vier jaar regiobinding, aangezien zij zich op 13 maart 2020 heeft ingeschreven in Amsterdam, terwijl zij eerder in Wijdemeren stond ingeschreven. Eiseres had aangevoerd dat verweerder voorheen een termijn van twee jaar hanteerde, maar de rechtbank oordeelt dat de gewijzigde Huisvestingsverordening van 1 januari 2021, die de bindingseis verhoogde naar vier jaar, van toepassing is.
Eiseres heeft ook aangevoerd dat zij al voor 13 maart 2020 feitelijk in Amsterdam woonde, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft vertrouwd op de basisregistratie personen. De rechtbank concludeert dat, omdat verweerder in ieder geval één weigeringsgrond kon tegenwerpen, de andere gronden niet besproken hoeven te worden. Het beroep op de hardheidsclausule wordt eveneens afgewezen, omdat de situatie van eiseres niet zodanig schrijnend was dat dit leidde tot het verlenen van urgentie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing op het bezwaar van eiseres in stand blijft en zij geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.