In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 augustus 2023 uitspraak gedaan over een vordering tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de District Court in Gdansk, Polen. Het EAB is uitgevaardigd op 9 januari 2023 en betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1979 in Polen, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 3 augustus 2023 gehouden, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. C.C. Delpeche, en een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een vonnis van 3 februari 2021, waarbij de opgeëiste persoon is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van twee jaar en acht maanden. De verdediging heeft aangevoerd dat de opgeëiste persoon niet op de hoogte was van de zitting in Polen en dat dit zijn recht op een eerlijk proces heeft geschonden, mede in het licht van de rechtsstaatproblematiek in Polen. De officier van justitie heeft echter betoogd dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de procedure en dat hij zelf zijn adreswijzigingen niet heeft doorgegeven aan de Poolse autoriteiten.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de strafprocedure en dat hij bewust afstand heeft gedaan van zijn recht om in persoon te verschijnen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de overlevering kan plaatsvinden, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en er geen schending van de verdedigingsrechten is aangetoond. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan.