In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 september 2023 uitspraak gedaan over een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Procureur de la République près le Tribunal judiciaire de Paris. Het EAB is gericht op de aanhouding en overlevering van een Nederlander, geboren in 1993, die wordt verdacht van het niet naleven van een vrijheidsstraf van drie jaar, waarvan nog 2 jaar, 7 maanden en 21 dagen resteert. De behandeling van het EAB vond plaats op 26 juli 2023, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S. van Eekelen. Tijdens deze zitting heeft de rechtbank de termijn voor uitspraak verlengd en een tussenuitspraak gedaan op 9 augustus 2023, waarin werd geoordeeld dat er nader onderzoek moest worden verricht naar de detentieomstandigheden in de Franse gevangenis van Fresnes.
De rechtbank heeft in de tussenuitspraak vastgesteld dat er geen algemeen gevaar is voor onmenselijke of vernederende behandeling van de opgeëiste persoon in de Franse detentie-instelling. De raadsvrouw heeft echter betoogd dat de detentieomstandigheden in Fresnes problematisch zijn, verwijzend naar eerdere uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De officier van justitie heeft daarentegen gesteld dat de omstandigheden in de gevangenis van Fresnes niet meer problematisch zijn en dat de overlevering kan worden toegestaan.
Na beoordeling van de argumenten van beide partijen heeft de rechtbank geconcludeerd dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan, waarbij zij heeft opgemerkt dat er geen nieuwe, objectieve informatie is gepresenteerd die zou kunnen leiden tot een ander oordeel over de detentieomstandigheden. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.