Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
de Procureur van de Republiek te Nanterre(Frankrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
Bordeaux-Gradignanen
Fresnes.
.De rechtbank verwijst naar de overwegingen over deze onderwerpen, die als herhaald en ingelast in deze uitspraak moeten worden beschouwd. [1]
Fresnes, waar de opgeëiste persoon gelet op de wel gegeven antwoorden naar verwachting zou worden gedetineerd na zijn overlevering.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Detentieomstandigheden (Fresnes)
Fresneszal worden geplaatst. Gelet hierop rust op de rechtbank alleen de verplichting om de omstandigheden in deze detentie-instelling te onderzoeken (HvJ EU 25 juli 2018, de zaak ML, nummer C-220/18 PPU).
Fresnesworden gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld, als bedoeld in artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest). De rechtbank heeft daartoe overwogen dat in het rapport staat vermeld dat het in
Fresnesvoorkomt dat gedetineerden in meerpersoonscellen minder dan 4m2 aan leefruimte hebben, meestal 3 m2 of zelfs minder dan 3 m2. De rechtbank heeft de omstandigheden in de detentie-instelling in
Fresnesgetoetst aan de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), in het bijzonder het arrest van 20 oktober 2016, met kenmerk: 7334/13 (Muršić/Kroatië).
Fresnesook gewezen op de in de uitspraak van het EHRM van 30 januari 2020 (ECLI:CE:ECHR:2020:-0130JUD000967115) geconstateerde gebreken en overbevolking. In het bijzonder heeft de rechtbank verwezen naar rechtsoverwegingen 260, 300 en 301, waaruit volgt dat sprake is van (onder meer) overbevolking, onvoldoende
personal space(minder dan 3 m² in een meerpersoonscel), oude en afgeleefde gebouwen, een gebrek aan renovatie, slechte hygiëne, schadelijk ongedierte, gebrek aan licht, vocht in de cellen en (te) kleine luchtplaatsen
Fresnesen daartoe vragen laten stellen aan de Franse autoriteit. Over het verloop van dit onderzoek overweegt de rechtbank als volgt.
Fresnes. Hierin wordt onder meer het volgende meegedeeld:
Fresneszijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld, niet geheel wegneemt. Uit de door de Franse autoriteiten verstrekte informatie over de hoeveelheid m²’s waarover gedetineerden beschikken in de detentie-instelling in Fresnes, blijkt allereerst niet of dit inclusief of exclusief sanitair is, voor zover dit ziet op tweepersoonscellen. Daarnaast zijn er geen gegevens verstrekt over de overige detentieomstandigheden waarover in de uitspraak van het EHRM is gesproken, namelijk: “oude en afgeleefde gebouwen, een gebrek aan renovatie, slechte hygiëne, schadelijk ongedierte, gebrek aan licht, vocht in de cellen en (te) kleine luchtplaatsen”. De mededeling dat vanaf 2022 en 2028 respectievelijk 7000 en 8000 nieuwe detentieplaatsen worden opgeleverd, waardoor de druk op de capaciteit in de penitentiaire inrichting in Fresnes zal worden verminderd, doet hier niet aan af.
Fresnes: [2]
personal spacebeschikt, verzoekt de rechtbank om informatie betreffende de in Muršić /Kroatië (EHRM (Grote Kamer) 20 oktober 2016, 7334/13, § 138) genoemde relevante factoren, te weten ‘
time and extent of restriction [of personal space]; freedom of movement and adequacy of out-of-cell activities; and general appropriateness of the detention facility’ (Muršić/Kroatië, § 135).
Fresnesgelet op hetgeen het EHRM hierover in de uitspraak van 30 januari 2020 heeft vastgesteld ten aanzien van andere materiële omstandigheden namelijk oude en afgeleefde gebouwen, een gebrek aan renovatie, slechte hygiëne, schadelijk ongedierte, gebrek aan licht, vocht in de cellen en (te) kleine luchtplaatsen?
Fresnes:
Fresneszijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld, afgemeten aan het beschermingscriterium van de door het Unierecht en met name door artikel 4 van het Handvest gewaarborgde grondrechten, niet is weggenomen. Nu uit de e-mailberichten van de Franse autoriteiten van 16 oktober en 19 oktober 2020 was gebleken dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering aan Frankrijk naar alle waarschijnlijkheid in
Fresneszou worden geplaatst, stelde de rechtbank tevens een individueel reëel gevaar voor de opgeëiste persoon op een behandeling als bedoeld in artikel 4 van het Handvest vast.
Chef du bureau de l’entraide pénale internationale, Direction des affaires criminelles et des grâces, Ministère de la Justiceals antwoord op vraag 2c (uit de tussenuitspraak van 3 september 2020) de volgende informatie verstrekt:
Fresnesgeen sprake meer is van een reëel gevaar dat personen die daar zijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld, afgemeten aan het beschermingscriterium van de door het Unierecht en met name door artikel 4 van het Handvest gewaarborgde grondrechten. Aan de hand van een globale beoordeling van alle gegevens als bedoeld in het arrest van het Hof van Justitie van de EU van 25 juli 2018 (ECLI:EU:C:2018:589), gaat de rechtbank uit van de geboden zekerheid in de garantie, vervat in de e-mail van het Franse Ministerie van Justitie van 29 december 2020. Voor de opgeëiste persoon bestaat na overlevering geen reëel gevaar meer op een onmenselijke of vernederende behandeling. Artikel 4 van het Handvest staat dus niet in de weg aan het toestaan van de verzochte overlevering.
4.Slotsom
5.Toepasselijke wetsartikelen
6.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
de Procureur van de Republiek te Nanterre(Frankrijk).