In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 mei 2023 uitspraak gedaan over de vordering tot overlevering van een opgeëiste persoon aan het Verenigd Koninkrijk. De vordering, ingediend door de officier van justitie, betreft een Aanhoudingsbevel (AB) dat is uitgevaardigd door het Boyd Lancashire Magistrates Court op 6 februari 2023. De opgeëiste persoon, geboren in 1987 in het Verenigd Koninkrijk, is gedetineerd in Nederland en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. Tijdens de openbare zitting op 16 mei 2023 is de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en heeft zijn raadsman, mr. A.W.J. van Galen, verklaard dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering.
De rechtbank heeft de detentieomstandigheden in het Verenigd Koninkrijk beoordeeld en vastgesteld dat, hoewel er zorgen zijn over de omstandigheden in HMP Bedford, dit niet in de weg staat aan de overlevering. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Aanhoudingsbevel voldoet aan de eisen van de relevante wetgeving, waaronder de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK. De rechtbank heeft ook de dubbele strafbaarheid getoetst en vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook strafbaar zijn onder Nederlands recht.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon aan het Verenigd Koninkrijk toe te staan, omdat er geen weigeringsgronden zijn en er een garantie is verstrekt dat de opgeëiste persoon niet in HMP Bedford zal worden geplaatst. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.