ECLI:NL:RBAMS:2023:4926
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- J.W.H.G. Loyson
- K. Duker
- E. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen weigering onderzoekshandelingen in strafzaak
Op 18 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin de bezwaarde, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. D. Eijpe, bezwaar heeft gemaakt tegen de weigering van de rechter-commissaris om verbalisanten te horen als getuigen. De bezwaarde is geboren op een onbekende datum in een onbekende plaats en heeft zijn woonplaats gekozen op het kantooradres van zijn raadsman. De raadsman heeft op 9 juni 2023 verzocht om het horen van de verbalisanten, die de bezwaarde zouden hebben herkend aan de hand van camerabeelden. De rechter-commissaris heeft dit verzoek op 16 juni 2023 afgewezen, wat heeft geleid tot het indienen van een bezwaarschrift op dezelfde dag.
Tijdens de behandeling van het bezwaar op 18 juli 2023 heeft de rechtbank de gemachtigde advocaat en de officier van justitie gehoord. De verdediging heeft aangevoerd dat de herkenningen van de verbalisanten cruciaal zijn voor de zaak, aangezien deze de enige bewijsstukken zijn die de bezwaarde aan het strafbare feit linken. De verdediging heeft ook zorgen geuit over de betrouwbaarheid van de herkenningen en de mogelijkheid dat deze op elkaar zijn afgestemd. De officier van justitie heeft echter betoogd dat de herkenningen op basis van de camerabeelden kunnen worden getoetst en dat de rechter-commissaris voldoende onderzoek heeft gedaan door aanvullende processen-verbaal op te stellen.
De rechtbank heeft overwogen dat de rechter-commissaris terecht heeft besloten dat de gevraagde onderzoekshandeling niet noodzakelijk was voor de beslissing in de zaak. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de camerabeelden tijdens de inhoudelijke behandeling kunnen worden getoond, waardoor de strafrechter zelf kan beoordelen of de herkenning op redelijke wijze heeft plaatsgevonden. Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank het bezwaar ongegrond verklaard.