Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Circuit Court in Katowice, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Circuit Court in Katowicevan 27 september 2019 met het kenmerk XXI K 188/14. De
Court of Appeal in Katowiceheeft het vonnis in eerste aanleg met het arrest van 16 december 2020 (kenmerk II AKa 268/20) in stand gelaten.
defencecounsel door de opgeëiste persoon gemachtigd was. Uit het EAB en de aanvullende informatie blijkt niet dat de opgeëiste persoon een machtiging heeft afgegeven en dat er daadwerkelijk contact is geweest tussen de opgeëiste persoon en de advocaat. Hierover dienen aanvullende vragen te worden gesteld aan de uitvaardigende justitiële autoriteit.
the person had givena mandateto a legał counselor.” Verder blijkt uit de informatie van 31 mei 2023:
“at that trial the defence counselmaintained the appealagainst the judgment of the Circuit Court.”De rechtbank kan niet vaststellen dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de voorgenomen procedure in hoger beroep. Hij was na het vonnis in eerste aanleg naar Nederland vertrokken en heeft geen contact meer met zijn raadsman gehad. Artikel 12, sub b, OLW is voor wat betreft de procedure in hoger beroep dus niet aan de orde.
4.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
deelneming aan een criminele organisatie;
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
the Circuit Court in Katowice, Polen voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.