Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Szczecin, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
final and non-appealablecumulative judgementof the Regional Court in Szczecin of 17 June 2021 (III K 46/21), combining custodial sentences as imposed in the judgments of the Regional Court in Szczecin:
1. of 19 June 2019 in case III K 164/18;
2. of 9 March 2020, in case III K 42/17.
(kenmerk III K 164/18)is hoger beroep ingesteld. Op 11 maart 2020 (
kenmerk II AKa 238/19)heeft
the Court of Appeal in Szczecinarrest gewezen.
(kenmerk III K 164/18)is geweest. Nu niet kan worden uitgesloten dat in hoger beroep definitief uitspraak is gedaan over de schuld en de straf, nadat de zaak in feite en in rechte ten gronde is behandeld [4] , zal de rechtbank het verzamelvonnis, onderliggend vonnis 2 en de procedure in eerste aanleg en de procedure in hoger beroep van onderliggend vonnis 1 toetsen aan artikel 12 OLW.
4.Strafbaarheid: feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Het evenredigheidsbeginsel
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Szczecin, Polen voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.