Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.De geldigheid van de dagvaarding
4.Inleiding
- Door de brandweer en door bouw- en woningtoezicht op woensdag 24 november een (brand-) veiligheidsschouw is uitgevoerd in het gekraakte pand aan de [straatnaam] , waarbij meerdere brandveiligheidsrisico’s zijn geconstateerd en de conclusie was dat daarmee sprake was van een brandonveilige situatie;
- De Officier van Justitie donderdag 25 november na bovengenoemd advies van de brandweer heeft besloten tot spoedontruiming te willen overgaan;
- De voorzieningenrechter het besluit van de Officier van Justitie na een kort geding op vrijdag 26 november in stand heeft gehouden;
- De burgemeester daarop in overleg met de driehoek heeft besloten dat het kraakpand op zaterdag 27 november zou worden ontruimd;
- De krakers van het pand na herhaaldelijk aanzeggen door politie de kraak niet hebben beëindigd en niet zijn vertrokken;
- Een groep van circa 60 sympathisanten van de krakers op zaterdag 27 november om ca. 12:00 uur met spandoeken en leuzen demonstreerde voor het gebouw;
- Dat daarbij een deel van de groep zich voor het gebouw heeft vastgeketend aan een auto waardoor de ingang werd geblokkeerd en met het kennelijke doel de spoedontruiming van het pand te voorkomen;
- Op dat moment voor de politie onduidelijk was of en hoeveel mensen zich nog in het gekraakte pand bevonden;
- De demonstratie rond 13:00 uur was gegroeid tot circa 100 deelnemers voor de deur van het pand en de politie hierdoor werd belemmerd in het creëren van een veilige werkruimte om het pand te kunnen ontruimen;
- De burgemeester daarop om circa 13.20 uur op grond van de Wet openbare manifestaties (Wom) een aanwijzing heeft gegeven dat de demonstratie zich in de richting van het Leidseplein diende te begeven om de demonstratie daar voort te zetten, en de groep hieraan na herhaaldelijk vorderen door de politie geen gehoor gaf;
- De burgemeester daarop om circa 13:35 uur op grond van art. 7 van de Wom uit vrees voor wanordelijkheden heeft besloten de demonstratie te ontbinden, maar de groep daaraan na herhaaldelijk vorderen geen gevolg gaf waardoor de blokkade in stand bleef;
- Het politiewerk door de blokkade wordt bemoeilijkt en de spoedontruiming hierdoor wordt vertraagd of uitgesteld, waardoor de brandonveilige situatie voor zowel krakers als omgeving voortduurt;
- Het grootste deel van de groep vreedzaam demonstreert en daarmee bestuurlijk verplaatsen voor hen een proportioneel middel is om de blokkade te doen beëindigen, en derhalve de voorkeur geniet boven aanhouden van de hele groep;
- De beschikbare juridische instrumenten onvoldoende toereikend zijn om een adequaat veiligheidsniveau te garanderen en verdere verstoringen van de openbare orde te voorkomen;
- Het daarom noodzakelijk is ter handhaving van de openbare orde en ter bescherming van de veiligheid van personen en goederen, maatregelen te treffen in de vorm van een noodbevel teneinde de groep bestuurlijk te verplaatsen;
- mee te werken aan een tijdelijke verplaatsing naar een door de burgemeester aangewezen locatie/gebied en met een door de burgemeester aangewezen middel van vervoer;
- middelen die ingezet kunnen worden om verzet te plegen of weerstand te bieden, zoals kettingen, buizen, sloten, lijm bij eerste aanzegging af te geven aan politie;
- identificatie niet te bemoeilijken door het dragen van bivakmutsen, helmen, sjaals of andere methoden en middelen.”