ECLI:NL:RBAMS:2023:3815

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
20 juni 2023
Zaaknummer
AMS 22/4092
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om herziening van een Anw-uitkering afgewezen wegens gebrek aan nieuwe feiten of veranderde omstandigheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een Anw-uitkering door eiseres, die in Marokko woont. Eiseres had eerder een aanvraag ingediend voor een Anw-uitkering, die op 19 november 2019 was afgewezen. Na een niet-ontvankelijk verklaring van haar beroep tegen deze afwijzing, heeft zij op 13 december 2021 een verzoek tot herziening ingediend. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft dit verzoek op 8 februari 2022 afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. Dit besluit werd later door de Svb bevestigd in een bestreden besluit op 15 juni 2022.

Tijdens de zitting op 2 mei 2023 was eiseres niet aanwezig, maar de Svb was vertegenwoordigd door haar gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres geen nieuwe gegevens heeft aangeleverd die zouden aantonen dat haar overleden echtgenoot verzekerd was voor de Anw op het moment van zijn overlijden. De rechtbank concludeert dat de Svb terecht heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn, en dat de afwijzing van het herzieningsverzoek dus juist is.

De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de omstandigheden van eiseres, zoals haar gebrek aan inkomen en haar ziekte, niet voldoende zijn om recht te geven op een Anw-uitkering. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/4092

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 mei 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , te Saka (Marokko), eiseres

en
de raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,verweerder (hierna: de Svb)
(gemachtigde: mr. J.A.H. Koning).

Procesverloop

Met een besluit van 8 februari 2022 (het primaire besluit) heeft de Svb het verzoek van eiseres om herziening van het besluit van 19 november 2019 afgewezen.
Met een besluit van 15 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft de Svb het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 mei 2023.
Eiseres is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Wat aan deze procedure voorafging
1.1.
Eiseres woont in Marokko. Zij was gehuwd met [echtgenoot] . Haar echtgenoot is op 22 september 2018 in Marokko overleden. Op 14 februari 2019 heeft eiseres een aanvraag ingediend om een Anw-uitkering [1] te ontvangen. Met het besluit van 19 november 2019 is deze aanvraag afgewezen. In de door eiseres gevoerde bezwaarprocedure is het besluit van 19 november 2019 gehandhaafd. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, maar het beroep is niet-ontvankelijk verklaard door de rechtbank. Op 13 december 2021 heeft de Svb van eiseres een verzoek ontvangen om het besluit van 19 november 2019 te herzien.
1.2.
Met het primaire besluit heeft de Svb het verzoek van eiseres om herziening onder verwijzing naar artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) afgewezen, omdat geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd en de beslissing van 19 november 2019 ook niet onmiskenbaar onjuist is. Met het bestreden besluit heeft de Svb het primaire besluit gehandhaafd.
Standpunt van eiseres
2. Eiseres vindt dat zij recht heeft op een Anw-uitkering, omdat haar overleden echtgenoot gedurende zijn hele leven alleen in Nederland verzekerde arbeid heeft verricht en ook een AOW-pensioen [2] ontving. Na zijn overlijden heeft eiseres geen enkele bron van inkomsten. Zij is bovendien ernstig ziek, waardoor het onmogelijk is om te werken.
Het oordeel van de rechtbank
3. De Svb heeft in deze zaak artikel 4:6, tweede lid, van de Awb toegepast. De rechtbank moet in zo’n geval beoordelen of de Svb zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. Als de rechtbank vindt dat er inderdaad geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn, dan is dat in beginsel genoeg om de afwijzing van het herzieningsverzoek als juist te beoordelen. De rechtbank kan in zo’n geval aan de hand van de beroepsgronden wel tot het oordeel komen dat het bestreden besluit evident onredelijk is.
4. De rechtbank is van oordeel dat de Svb zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden niet is gebleken. Eiseres heeft namelijk geen nieuwe gegevens of bewijsstukken verstrekt waaruit blijkt dat de echtgenoot op het moment van zijn overlijden verzekerd is geweest voor de Anw. Dat haar echtgenoot tot zijn overlijden een pensioen op grond van de AOW ontving, betekent niet dat hij verzekerd was voor de Anw toen hij overleed.
5. Op grond van beleidsregel SB1076 acht de Svb het evident onredelijk om zonder terugwerkende kracht terug te komen van een rechtens onaantastbaar besluit indien dit besluit onmiskenbaar onjuist is. De Svb heeft in dit geval geen aanleiding gezien om het besluit van 19 november 2019 als onmiskenbaar onjuist aan te merken. In de stellingen van eiseres ziet de rechtbank ook geen aanleiding om aan te nemen dat het eerdere besluit onmiskenbaar onjuist is. Dat betekent dat de Svb een juiste toepassing heeft gegeven aan zijn beleid.
6. Het gaat in dit geval om een verzoek om een besluit over een duuraanspraak te herzien. In lijn met de vaste rechtspraak hierover overweegt de rechtbank ten slotte dat haar oordeel over het gevolg van het niet verzekerd zijn voor de Anw op de datum van overlijden ook betekent dat voor de periode vanaf de datum voor eiseres bij haar herhaalde aanvraag geen recht op een Anw-uitkering bestaat. Bovendien zijn de omstandigheden dat eiseres niet genoeg inkomsten heeft om van te leven en dat zij door ziekte arbeidsongeschikt zou zijn, geen omstandigheden die tot toekenning van een Anw-uitkering kunnen leiden.
7. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat eiseres geen gelijk krijgt.
8. Voor een veroordeling in de proceskosten of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Greebe, rechter, in aanwezigheid van mr. H.M. Dost, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2023.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.Een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet.
2.Een ouderdomspensioen op grond van de Algemene ouderdomswet.