Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 januari 2023 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , te [woonplaats] , eisers
de minister van Justitie en Veiligheid, verweerder
de Staat der Nederlanden, hierna: de Staat.
Procesverloop
29 augustus 2017 en het beroep te handhaven.
1 tot en met 8 in zijn geheel geweigerd. Voorts heeft verweerder overwogen dat documentcluster 9 al openbaar was en de vindplaats daarvan vermeld.
e-mailberichten waaruit onderhandelingen over details van de vaststellingsovereenkomst en persberichten blijken, concept-vaststellingsovereenkomsten en concept-persberichten.
e-mailberichten van in totaal elf pagina’s. Verweerder heeft deze correspondentie gedeeltelijk openbaar gemaakt. Uit de bij het bestreden besluit overgelegde correspondentie blijkt dat verweerder vier verschillende weigeringsgronden heeft toegepast. Zoals hiervoor is overwogen hebben eisers de beroepsgrond gericht tegen openbaarmaking van persoonsgegevens ingetrokken. Verweerder heeft echter ook inhoudelijke delen van de
e-mails gedeeltelijk geweigerd openbaar te maken. Verweerder heeft daaraan artikel
10, tweede lid, aanhef onder a, in samenhang met onder g van de Wob ten grondslag gelegd. De rechtbank stelt verder vast dat bij enkele passages ook artikel 11 van de Wob in samenhang met de twee hiervoor genoemde weigeringsgronden ten grondslag is gelegd.
25 april 2017 is geoordeeld dat de weigeringsgronden slechts op een deel, maar niet op alle daarin opgenomen informatie, van toepassing zijn. Uit de uitspraak volgt dat de weigeringsgronden niet van toepassing zijn op de punten 5 en 6 van dit document en de daarbij behorende kopjes en het begin van punt 8 en het daarbij behorende kopje. De rechtbank stelt vast dat uit het bestreden besluit blijkt dat verweerder de punten 5, 6 en het begin van 8 van dit document alsnog openbaar heeft gemaakt. Eisers hebben ook geen specifieke beroepsgronden gericht tegen dit documentcluster.
Beslissing
mr. A.M. van Beek, leden,in aanwezigheid van mr. N.J.A. van Eck, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2023.