Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer vordering tul: 13/299510-21
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
primairhet opzettelijk van het leven beroven van [slachtoffer] ;
primaireen poging tot het opzettelijk van het leven beroven van [benadeelde partij 5] en/of een of meer andere personen;
3.Waardering van het bewijs
netheeft kunnen ontkomen aan een aanrijding met de personenauto van verdachte, heeft verdachte het gaspedaal weer ingetrapt. Door onder die omstandigheden de keuze te maken om gas te geven, zoals ook blijkt uit de ACM-data, heeft hij deze risico’s bewust aanvaard. Met andere woorden: verdachte had voorwaardelijk opzet op de dood.
4.Bewezenverklaringen
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen
8.Vorderingen benadeelde partijen
als gevolgvan de confrontatie met (het letsel van) het slachtoffer. Hoewel de rechtbank benadrukt dat dit niet afdoet aan het leed dat door hen is geleden, stelt zij vast dat de vordering van deze schade hiermee onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partijen met betrekking tot deze schadepost niet-ontvankelijk verklaren. Zij kunnen de vorderingen bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling (TUL)
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaar.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
8 (acht) jaar.
de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 13.163,85 (dertienduizend honderddrieenzestig euro en vijfentachtig cent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (10 december 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
[benadeelde partij 2]niet-ontvankelijk in haar vordering.
[benadeelde partij 3]niet-ontvankelijk in haar vordering.
[benadeelde partij 4]niet-ontvankelijk in haar vordering.
de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 1.509,85 (duizendvijfhonderdnegen euro en vijfentachtig cent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (10 december 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.