Op 24 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1977 en thans gedetineerd. De zaak betreft een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke ISD-maatregel, die eerder was opgelegd op 23 februari 2022. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan winkeldiefstal op 11 december 2022, waarbij hij goederen heeft weggenomen uit een Albert Heijn, ondanks dat hem de toegang tot de winkel was ontzegd. Tijdens de zitting op 10 mei 2023 heeft de officier van justitie, mr. S. Wirken, de vordering tot tenuitvoerlegging ingediend, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.E. Kötter, zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de voorwaarden van de voorwaardelijke ISD-maatregel heeft geschonden door opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank oordeelt dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen, gezien de ernst van de feiten en het recidiverisico. De rechtbank heeft besloten om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke ISD-maatregel voor de duur van twee jaar te bevelen, zonder dat er een aanvullende straf of maatregel wordt opgelegd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.