Op 16 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Sąd Okręgowy w Rzeszowie in Polen. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1981, die gedetineerd was in Nederland. De officier van justitie had op 17 maart 2023 verzocht om de behandeling van het EAB, dat was uitgevaardigd op 12 januari 2018, met als doel de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van één jaar wegens het niet betalen van kinderalimentatie.
Tijdens de zitting op 2 mei 2023 heeft de rechtbank vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft bevestigd en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd op basis van de Overleveringswet. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de opgeëiste persoon niet in persoon was verschenen bij het proces dat leidde tot het vonnis in Polen, maar dat de voorwaarden voor overlevering zijn vervuld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de overlevering niet in strijd is met de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon, aangezien hij op de hoogte was van het strafproces en de oproep voor de zitting naar het door hem opgegeven adres was gestuurd.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat er geen sprake is van dubbele strafbaarheid, aangezien het niet betalen van kinderalimentatie in Nederland geen strafbaar feit is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de overlevering kan worden toegestaan, omdat het feit geen aanknopingspunten heeft met de Nederlandse rechtsorde en een weigering zou leiden tot straffeloosheid. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, waarbij de relevante artikelen van de Overleveringswet zijn toegepast. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.