Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court in Włocławek(Polen)
1.Procesgang
mr. S. Guman, advocaat te Amsterdam en door een tolk in de Poolse taal.
mr. S. Guman, advocaat te Amsterdam en door een tolk in de Poolse taal.
13 augustus 2020.
3.Identiteit van de opgeëiste persoon
4.Grondslag en inhoud van het EAB
the cumulative sentencevan
the Regional Court in Wloclawekvan 5 juni 2013 (referentie: II K 2137/12).
verdict issued by the Regional Court in Lipnovan 22 juli 2009
the verdict issued by the Regional Court in Lipnovan 25 februari 2010
the verdict issued by the Regional Court in Wloclawekvan 26 juli 2013
,
the verdict issued by the Regional Court in Lipnovan 19 februari 2016,
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Stb. 125, die op 1 april 2021 in werking is getreden. Daarbij is ook artikel 12 OLW gewijzigd, in die zin dat de in deze bepaling neergelegde weigeringsgrond nu een facultatief karakter heeft. Gelet op deze wijziging zal de rechtbank eerst het beoordelingskader van onder het gewijzigde artikel 12 OLW bespreken.
[opgeëiste persoon] was not present at the court hearings on 14th January 2015, 27th February 2015, 8th April 2015, 18th September 2015, 13th November 2015, 30th December 2015 and 19th February 2016. Notifications of the dates of the hearings were sent to the address: [plaats 2], [adres 2]. This address was indicated by [opgeëiste persoon] in person during pre-trial procedure in this case (22 August 2014). He was then advised that „If a party to the proceedings has changed his place of residence and has failed to notify the body before which the proceedings are pending of their new address or if they have not resided under a designated address, a document dispatched to the address last designated by such a party shall be considered to have been served" (Article 139 of Polish Code of Criminal Procedure). Notifications were not collected by [opgeëiste persoon]. According to the Police, he had left to the Netherlands because of fear to be convicted.”
pre-trial procedureop 22 augustus 2014 zijn adres aan de Poolse autoriteiten moeten verstrekken en is hem meegedeeld wat, in het kader van de procedure, de juridische gevolgen zouden zijn als hij van adres zou wisselen zonder de autoriteiten hiervan op de hoogte te stellen. De rechtbank neemt in aanmerking dat de opgeëiste persoon tijdens zijn voorgeleiding in het kader van de overleveringsprocedure desgevraagd heeft meegedeeld dat hij op advies van zijn advocaat geen vragen over het proces dat tot vonnis III heeft geleid wilde beantwoorden. Ook overigens beschikt zij niet over concrete aanknopingspunten die afbreuk zouden kunnen doen aan de conclusie dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de feiten waarvan hij werd verdacht en van de strafprocedure.
6.Strafbaarheid
facultatieveweigeringsgrond bevat met betrekking tot het ontbreken van strafbaarheid naar Nederlands recht van een zogenoemd niet-lijstfeit. [9] Dat betekent dat de rechtbank kan afzien van weigering van de overlevering, ook als niet is voldaan aan het vereiste van de dubbele strafbaarheid.
Openbaar Ministerie (Onafhankelijkheid van de uitvaardigende rechterlijke autoriteit)) [11] geoordeeld dat het bestaan van structurele en/of fundamentele gebreken wat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht van Polen betreft die in alle gevallen negatieve gevolgen voor de rechterlijke instanties in Polen kunnen hebben, op zichzelf niet volstaat om de hoedanigheid van “uitvaardigende rechterlijke autoriteit” in de zin van artikel 6 lid 1, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ aan elke Poolse rechter en rechterlijke instantie te ontzeggen.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court in Włocławek(Polen).