Uitspraak
hierna te noemen verzoeker [verzoeker 1] ,
hierna te noemen verzoeker [verzoeker 2] ,
Rechtbank Amsterdam
Op 15 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak waarin verzoekers, twee Amerikaanse staatsburgers, erkenning vroegen van een buitenlandse uitspraak met betrekking tot hun kind, geboren uit een draagmoederschapstraject. Verzoekers zijn gehuwd en hebben in 2019 een draagmoederschapstraject gestart in de Verenigde Staten, waarbij gebruik is gemaakt van een eiceldonor. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken en de mondelinge behandeling, waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand niet aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat de Amerikaanse beslissing, die de juridische ouderschap van verzoekers over het kind vaststelde, in Nederland erkend kan worden. De rechtbank overwoog dat de erkenning van de Amerikaanse beslissing niet in strijd is met de Nederlandse openbare orde en dat het draagmoederschapstraject zorgvuldig is doorlopen. De rechtbank verklaarde voor recht dat de familierechtelijke betrekkingen tussen verzoekers en het kind in Nederland van rechtswege worden erkend en dat verzoekers beiden het ouderlijk gezag over het kind hebben. Het verzoek om erkenning van de geboorteakte werd afgewezen, omdat de beschikking al voldoende basis biedt voor inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP).