Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court Sąd Okręgowy in Kielce, Polen(hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Regional Court Sąd Rejonowyin Kielce, Polen, van 3 november 2020, met het kenmerk IX K 1746/19.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
the notice of the hearing date was sent to the address given by [opgeëiste persoon] for service.”Ook hieruit leidt de rechtbank af dat de opgeëiste persoon daadwerkelijk een adres heeft opgegeven en de oproep voor de zitting naar dat adres is gezonden. De opgeëiste persoon was klaarblijkelijk op de hoogte van het proces en, zo hij al niet uit eigen beweging stilzwijgend afstand heeft gedaan van zijn recht om in persoon te verschijnen, is hij op zijn minst kennelijk onzorgvuldig geweest met betrekking tot zijn bereikbaarheid voor officiële correspondentie. Het vorenstaande maakt dat het toestaan van de overlevering geen schending van de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon oplevert.
5.Strafbaarheid
6.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court Sąd Okręgowy in Kielce, Polenvoor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.