ECLI:NL:RBAMS:2023:2780

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
13/014699-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met garantie van humane detentieomstandigheden

Op 18 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Procureur de la République près le Tribunal judiciaire de Paris. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Frankrijk in 1977, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op verschillende zittingen aangehouden om de opgeëiste persoon de gelegenheid te geven een nieuwe advocaat te kiezen en om zijn aanwezigheid te waarborgen. Tijdens de zitting op 18 april 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. F. van den Brink, en een tolk in de Franse taal.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitvaardigende justitiële autoriteit een garantie heeft verstrekt dat de opgeëiste persoon niet in de gevangenis in Nîmes zal worden geplaatst, waar eerder zorgen waren over de detentieomstandigheden. De rechtbank heeft geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook naar Nederlands recht strafbaar is en dat er voldaan is aan de vereisten van dubbele strafbaarheid.

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon toe te staan, waarbij de relevante wetsartikelen zijn toegepast. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/014699-23
RK nummer: 23/259
Datum uitspraak: 18 april 2023
UITSPRAAK
op de vordering van de officier van justitie van 25 januari 2023 bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1] Dit EAB is uitgevaardigd op
9 januari 2023 door de
Procureur de la République près le Tribunal judiciaire de Paris(Frankrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Frankrijk) op [geboortedag] 1977,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [P.I.] ),
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB is op de zitting van 14 maart 2023 aangehouden tot de zitting van
4 april 2023 om de opgeëiste persoon in de gelegenheid te stellen een nieuwe advocaat in de arm te nemen, nu hij vlak voor de zitting te kennen had gegeven niet langer door zijn toenmalige advocaat bijgestaan te willen worden.
De behandeling van het EAB op de zitting van 4 april 2023 is aangehouden tot de zitting van
18 april 2023, omdat de opgeëiste persoon niet aanwezig was, zonder dat hij daartoe een afstandsverklaring had ondertekend.
De behandeling van het EAB heeft vervolgens plaatsgevonden op de zitting van 18 april 2023. Het Openbaar Ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. C.L.E. McGivern, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. F. van den Brink, advocaat in Amsterdam, die waarnam voor haar kantoorgenoot, mr. T.H.L. Kneepkens. De opgeëiste persoon is daarnaast bijgestaan door een tolk in de Franse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Franse nationaliteit heeft.

3.Referte

De raadsvrouw heeft geen weigeringsgronden aangevoerd die aan de overlevering van de opgeëiste persoon in de weg staan. Wat zij heeft aangevoerd als mogelijk beletsel voor de feitelijke overlevering is iets dat op een later moment, na deze uitspraak, aan de orde komt en nu niet ter toetsing voorligt.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een door een onderzoeksrechter bij het
Tribunal judiciairevan Parijs uitgevaardigd aanhoudingsbevel van 5 januari 2023, met referentie 21299000134.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Frans recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

5.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

In de Nederlandse vertaling van het EAB staat het lijstfeit ‘deelneming aan een criminele organisatie’ aangekruist. Uit aanvullende informatie van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 1 maart 2023 blijkt dat dit lijstfeit per vergissing is aangekruist.
De rechtbank stelt, gelet op het bovenstaande, dan ook vast dat de uitvaardigende justitiële autoriteit het feit niet heeft aangeduid als een feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer - kort gezegd - voldaan is aan het vereiste dat op het feit naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en dat het feit ook naar Nederlands recht strafbaar is.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels

6.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden

De rechtbank heeft eerder geoordeeld [4] dat ten aanzien van de detentie-instelling in Nîmes een algemeen reëel gevaar bestaat dat personen die daar gedetineerd zijn onmenselijk of vernederend worden behandeld in de zin van artikel 4 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Door de uitvaardigende justitiële autoriteit is op 17 februari 2023 de volgende garantie verstrekt:
“In response to your request dated on February 17, 2023, 1 have the honour to guarantee you that [opgeëiste persoon] will not be incarcerated in the prison of Nimes in the context of his surrender to France in execution of the above-mentioned European arrest warrant.”
Gelet op deze garantie is de rechtbank van oordeel dat het hiervoor omschreven reële gevaar op een onmenselijk of vernederende behandeling in de detentie-instelling in Nîmes voor de opgeëiste persoon is weggenomen. Dit betekent dat de detentieomstandigheden in Nîmes geen beletsel voor de overlevering vormen.

7.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

8.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 311 Wetboek van Strafrecht en 2, 5 en 7 OLW.

9.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
Procureur de la République près le Tribunal judiciaire de Paris(Frankrijk) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. E.G.M.M. van Gessel, voorzitter,
mrs. M.C.M. Hamer en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.J.F. Ceelie, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 18 april 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.
4.Zie rechtbank Amsterdam 30 mei 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:3763, nog steeds ongewijzigd in onder andere rechtbank Amsterdam 2 maart 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:1191.