Op 26 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan België op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd op 1 februari 2023 door het Parket van de Procureur des Konings te Antwerpen, strekt tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in België is geboren en momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 13 april 2023 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, en de raadsvrouw van de opgeëiste persoon, mr. L.G.A.A. de Hondt-Buijs, aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Belgische nationaliteit heeft en dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, naar Nederlands recht strafbaar zijn. De opgeëiste persoon is beschuldigd van belaging, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de overlevering zou leiden tot schending van de mensenrechten en dat de opgeëiste persoon niet de juiste behandeling zou krijgen in België. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze argumenten buiten de reikwijdte van de overleveringsprocedure vallen en dat de opgeëiste persoon deze bezwaren in België moet aanvoeren.
De rechtbank heeft ook de detentieomstandigheden in België beoordeeld en geconcludeerd dat de garanties die door de Belgische autoriteiten zijn gegeven, voldoende zijn om te waarborgen dat de opgeëiste persoon in overeenstemming met de fundamentele rechten zal worden behandeld. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank staat daarom de overlevering toe.