Op 18 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Częstochowa, Polen. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1995 in Polen, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 4 april 2023 gehouden, waarbij het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door officier van justitie mr. M. Diependaal. De opgeëiste persoon was aanwezig en werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. G. Vermaak, en een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De opgeëiste persoon is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van drie jaar, waarvan nog 2 jaar, 5 maanden en 28 dagen resteert. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, waarvoor in Polen een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar is opgelegd. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen individueel reëel gevaar bestaat voor schending van het recht op een eerlijk proces in Polen, ondanks eerder vastgestelde structurele gebreken in de Poolse rechtsorde.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, en deze uitspraak is openbaar uitgesproken op de zitting van 18 april 2023. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.