Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van het mondelinge antwoord en de eis in reconventie met producties;
- het instructievonnis van 6 oktober 2022;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties.
2.De feiten
membership costs,namelijk voor hem en voor zijn medebewoner.
membership costsvoor [gedaagde] en zijn medebewoner bedroegen twee keer € 30,-. Van de 24 maanden dat [gedaagde] de woning huurde, zijn drie maanden geen
membership costsin rekening gebracht vanwege COVID19-maatregelen.
Inclusief de kosten voor The FIZZ/ IC Services house management services
7 Servicekosten
8.Belastingen en andere heffingen
17.Gemeenschappelijke ruimtes
User Agreementgesloten met The FIZZ/ IC Services Netherlands. Die luidt, voor zover relevant:
RECITALS:
membership costs, met name over de vraag hoe het bedrag is opgebouwd
.
cold rent, € 95,- aan
service costsen twee keer € 30,- aan
membership costs.De factuur voor de eindafrekening van servicekosten over 2021 bedroeg € 48,32. [gedaagde] heeft die twee facturen niet betaald.
3.Het geschil
membership costsin rekening gebracht. Hij voert aan dat hij al betaalde voor de kale huur en servicekosten. Hij was daarnaast verplicht het
membershipaf te nemen, maar ook na meermaals navragen kreeg hij geen antwoord waarvoor hij betaalde met die
membership costs. Het bedrag dat hij terugvordert is opgebouwd uit 20 maanden van twee keer € 30,- aan
membership costs, namelijk die van hem en van zijn medebewoner
.Hij heeft hierbij rekening gehouden dat in de huurperiode drie maanden geen
membership costsin rekening zijn gebracht en dat hij de
membership costsvan de maand maart 2022 niet heeft betaald.
membership costsvan maandelijks € 30,- per bewoner. Voor het geval de
membership costswel als servicekosten moeten worden beschouwd, verzoekt zij een uitsplitsing te mogen maken voor de door te belasten kosten.
4.De beoordeling
membership costsal dan niet verschuldigd zijn, moet eerst vastgesteld worden waaruit deze bestaan. Vervolgens moet beoordeeld worden of dat onder huur valt of onder een andere grondslag.
membership costsverschuldigd zijn, maar niet waaruit deze zijn opgebouwd. Hoewel artikel 4 van die overeenkomst, meer in het bijzonder artikel 4.3 en 4.4, voor een onderbouwing van overige zaken, diensten, services en faciliteiten verwijst naar artikel 7 van de overeenkomst, staat daar niets vermeld. Dat artikel bevat namelijk slechts één lid, artikel 7.1, en heeft als enige inhoud een terugverwijzing naar artikel 4.5, waar staat hoe de verschuldigde huurprijs en bijkomende leveringen en diensten betaald moeten worden.
membership costszijn opgebouwd uit de volgende posten:
Communityruimten, namelijk:
Community services,namelijk:
community conceptfaciliteert;
communityruimten;
communityruimten;
communityruimten;
memberships costshieruit zijn opgebouwd, zodat de kantonrechter uitgaat van deze posten. Temeer omdat deze posten ook min of meer gelijk zijn met wat in de
user agreementstaat opgesomd.
membership costszijn opgebouwd en de omvang van het gehuurde, valt een deel van de
membership costsonder de prijs als bedoeld in artikel 7:237 lid 1 BW en is daarmee als huur aan te merken.
membership costsopgenomen posten voor het gebruik van de
Communityruimten niet naast de kale huur in rekening gebracht worden. De kantonrechter stelt namelijk vast dat de gemeenschappelijke ruimten uit het complex bestemd zijn tot gebruik door de huurders van de woonruimten van dat complex. Daarmee zijn deze gemeenschappelijke ruimten aan te merken als onroerende aangelegenheden als bedoeld in artikel 7:233 BW. Uit artikel 7:237 lid 2 BW volgt dat de kapitaals- en onderhoudskosten daarvan met de kale huur moeten worden gedekt. Datzelfde geldt ook voor de post ‘afschrijving van de inrichting van de
communityruimten’, voor zover deze inrichting onderdeel uitmaakt van de onroerende aanhorigheden.
membership costsservicekosten in de zin van artikel 7:237, lid 3, van het BW. Die zijn namelijk genoemd in de bijlage bij het Besluit servicekosten en worden daarom als servicekosten aangemerkt. Hier vallen in ieder geval het serviceplan voor kleine herstellingen aan de woningen onder, genoemd onder 4 in de bijlage bij het Besluit servicekosten en het
house managementvoor zover het werkzaamheden voor de bewoning betreft, genoemd onder 6 in die bijlage.
communityruimten, het onderhoud wifi en camera’s van de
communityruimten, de roerende zaken uit de afschrijvingen van de inrichting van de
communityruimten, en het organiseren van evenementen.
user agreementals geciteerd onder 2.6 die andere overeenkomst is, volgt de kantonrechter dat ook niet. [gedaagde] heeft die
user agreementmet een andere partij gesloten dan The Don. Verder brengt The Don de kosten daarvoor op grond van de huurovereenkomst bij [gedaagde] in rekening.
membership costsdie met de kale huur moeten worden gedekt, niet daarnaast via
membership costsnogmaals in rekening kunnen worden gebracht.
membership costsmoet beoordeeld worden met de artikelen 7:259 en 7:260 BW. Namelijk of The Don reële en werkelijke kosten heeft gemaakt tegenover die als servicekosten aangemerkte posten
.Op de zitting heeft The Don verzocht om hiervoor een nadere uitsplitsing van kosten te mogen maken. Vanwege het wisselen van gemachtigde kort voor zitting, is The Don niet verder gekomen met uitsplitsen dan dat de reële kosten van de
membership costsop € 32,23 per bewoner per maand uitkomt. Een kostenverdeling per post is niet uitgewerkt op de post serviceplan, kleine herstellingen, na van € 5,99, aldus The Don op de zitting.
membership costs. [gedaagde] heeft namelijk de laatste huur en de afrekening van de servicekosten niet betaald, waarop The Don hem heeft gedagvaard en het geschil nu voorligt. Een gevolg daarvan is dat The Don de kosten in beginsel voor de mondelinge behandeling met stukken had moeten onderbouwen. The Don kan namelijk niet helemaal verrast zijn dat de
membership costsals servicekosten zijn aan te merken. The Don ging er namelijk zelf bij het sluiten van de huurovereenkomst al vanuit dat het servicekosten waren. Dit staat zowel in artikel 4.1 als in de artikelen 4.3 en 4.4 in samenhang met artikel 7 van de huurovereenkomst. Bij deze gang van zaken is het in deze stand van de procedure daarom te laat voor The Don om alsnog een nadere onderbouwing in te dienen. Dat The Don kort voor de mondelinge behandeling van gemachtigde is gewisseld zodat zij slechts een begin kon maken van de onderbouwing, kan juist zijn. Maar dat komt voor rekening en risico van The Don.
membership costsslechts 20 x € 5,99 = € 119,80 in rekening had mogen brengen. Voor de vorderingen betekent dit het volgende.
in conventie
membership costsniet toewijsbaar zijn. Daarvan is slechts € 5,99 toewijsbaar, zoals hiervoor is overwogen. De vordering is dan ook toewijsbaar tot € 1.118,91 – € 60,- + € 5,99 = € 1.064,90.
in reconventie