Op 22 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan België op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd op 24 oktober 2022 door de onderzoeksrechter bij de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, betreft een persoon geboren in Turkije in 1979, die wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 29 december 2022 gestart, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was, en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. Th. Boumans. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd aangehouden in afwachting van informatie over de detentieomstandigheden in België.
Tijdens de zitting op 8 maart 2023 is de behandeling hervat, waarbij de officier van justitie, mr. N.R. Bakkenes, opnieuw aanwezig was. De rechtbank heeft de detentieomstandigheden in België beoordeeld en vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet in een cel met minder dan 3m2 individuele levensruimte zal worden opgesloten, en dat er voldoende dagactiviteiten en sanitaire voorzieningen zijn. De rechtbank heeft de garantie van de Belgische autoriteiten als voldoende beschouwd om het eerder vastgestelde gevaar van onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden weg te nemen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de overlevering van de opgeëiste persoon aan de Belgische autoriteiten toegestaan en tevens de afgifte van in beslag genomen telefoons bevolen. De uitspraak is gedaan door mr. M.T.C. de Vries, voorzitter, en mrs. J.A.A.G. de Vries en R. Godthelp, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. M.D. Dijkstra.