Op 9 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de District Court of Lublin in Polen. De opgeëiste persoon, geboren in 1995 in Polen, was in Nederland ingeschreven en had een adresinstructie ontvangen. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 23 februari 2023 gehouden, waarbij het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door officier van justitie mr. C.L.E. McGivern. De opgeëiste persoon was aanwezig met zijn raadsman, mr. C. Verrillo, en een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon op 6 november 2020 in Nederland is verhoord en een adresinstructie heeft gekregen. De officier van justitie stelde dat de overlevering niet geweigerd hoefde te worden op basis van artikel 12 van de Overleveringswet (OLW), omdat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de strafprocedure. De rechtbank oordeelde dat de opgeëiste persoon stilzwijgend afstand had gedaan van zijn recht om bij zijn proces aanwezig te zijn, of dat hij onzorgvuldig was geweest door niet bereikbaar te zijn voor de autoriteiten.
De rechtbank concludeerde dat het EAB voldeed aan de eisen van artikel 2 OLW en dat er geen weigeringsgronden waren. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, ondanks eerdere zorgen over de Poolse rechtsstaat. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.