Op 11 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, België. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1969, die wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen en wapens. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 28 december 2022 gehoord, waarbij de officier van justitie, mr. G.P. Sholeh, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. B. Klunder.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een reëel gevaar bestaat voor onmenselijke of vernederende behandeling van gedetineerden in België, wat een belangrijke overweging is bij de beslissing over de overlevering. De rechtbank heeft de beslissing over de overlevering aangehouden en de termijn voor uitspraak verlengd met 60 dagen. Dit betekent dat de rechtbank de mogelijkheid openhoudt om de omstandigheden opnieuw te beoordelen voordat een definitieve beslissing wordt genomen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de vordering opnieuw op zitting moet worden behandeld uiterlijk 14 dagen vóór 25 maart 2023.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van waarborgen voor de rechten van de opgeëiste persoon, vooral gezien de huidige detentieomstandigheden in België. De rechtbank heeft de garantie van de procureur des Konings te Turnhout geaccepteerd, die waarborgt dat de opgeëiste persoon na overlevering in Nederland zijn straf zal ondergaan. De rechtbank heeft de zaak geschorst en het onderzoek heropend voor een nader te bepalen zittingsdatum.