In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 7 februari 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven beoordeeld. Eiser, die stelt slachtoffer te zijn van mensenhandel en seksuele uitbuiting, had zijn aanvraag ingediend na een periode van gedwongen seksuele handelingen in Nederland. De aanvraag was eerder afgewezen door de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, die oordeelde dat eiser niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij slachtoffer was geworden van mensenhandel. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 23 januari 2023, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat verweerder niet in redelijkheid de aanvraag heeft kunnen weigeren. De rechtbank wijst erop dat de door verweerder aangevoerde contra-indicaties onvoldoende onderbouwd zijn en dat de medische rapportages, waaronder een rapport van een gespecialiseerd instituut, wel degelijk objectieve aanwijzingen bevatten voor het slachtofferschap van eiser. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit, waarbij zij zelf beslist dat eiser recht heeft op een vergoeding uit het Schadefonds van € 10.000,-. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten voor het deskundigenrapport en de proceskosten van eiser.