Op 14 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De rechtbank heeft de vordering tot overlevering behandeld, die was ingediend door de officier van justitie op 31 oktober 2022. De opgeëiste persoon was niet verschenen tijdens de zittingen, en zijn raadsvrouw heeft aangevoerd dat de overlevering geweigerd moet worden op grond van het ontbreken van dubbele strafbaarheid en schending van procesrechten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet in persoon was opgeroepen en dat hij niet op de hoogte was van de procedure, wat zijn verdedigingsrechten zou kunnen schenden. Echter, de rechtbank oordeelde dat de informatie van de Poolse autoriteiten betrouwbaar was en dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de procedure. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering werd verzocht, namelijk het niet betalen van kinderalimentatie, niet strafbaar is volgens Nederlands recht. Hierdoor kon de rechtbank de overlevering niet toestaan op basis van het ontbreken van dubbele strafbaarheid. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de overlevering te weigeren, maar heeft gelijktijdig de tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf in Nederland bevolen, evenals de gevangenhouding van de opgeëiste persoon tot aan de tenuitvoerlegging van die straf.