ECLI:NL:RBAMS:2022:950

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 februari 2022
Publicatiedatum
2 maart 2022
Zaaknummer
81/164764-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens onbetrouwbare maaswijdtemeting van sleepnetten in visserijzaak

In deze zaak heeft de economische politierechter van de Rechtbank Amsterdam op 25 februari 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het gebruik van sleepnetten met een te kleine maaswijdte. De verdachte werd ervan beschuldigd dat hij op 21 februari 2019, met het onder Nederlandse vlag varende schip, sleepnetten gebruikte die niet voldeden aan de wettelijke eisen van de Verordening EG Nr. 2056/2001. Tijdens een controle door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) werd vastgesteld dat de maaswijdte van de netten gemiddeld 76,5 mm was, wat in strijd zou zijn met de regelgeving die een minimum maaswijdte van 80 mm vereist.

De verdachte voerde echter aan dat de metingen onbetrouwbaar waren, omdat de gebruikte Omegameter meer dan een jaar niet gekalibreerd was. De rechter oordeelde dat, hoewel de metingen door de NVWA een maaswijdte van 76,5 mm aangaven, de kalibratie van het meetinstrument niet voldeed aan de vereisten. Bovendien had de verdachte zelf metingen verricht die een gemiddelde maaswijdte van 79,2 mm, 79,5 mm en 79,3 mm aangaven, wat binnen de toegestane tolerantie viel.

De rechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de mazen kleiner waren dan 79 mm, en sprak de verdachte vrij. De beslissing om de eerdere strafbeschikking te vernietigen werd genomen op basis van de onbetrouwbaarheid van de metingen en de overschrijding van de kalibratietermijn van het meetinstrument. De overige verweren van de verdachte behoefden geen bespreking.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 81/164764-19
Datum uitspraak: 25 februari 2022
Verkort vonnis van de economische politierechter van de rechtbank Amsterdam in de strafzaak tegen
[verdachte]
Geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ,
Ingeschreven in de Basisregistratie Personen op [adres]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit verkort vonnis is (op tegenspraak) gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 februari 2022.
De economische politierechter heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. S. van der Hart en wat verdachte naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt ervan beschuldigd dat hij sleepnetten heeft gebruikt met een te kleine maaswijdte.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen als bijlage 1 bij dit vonnis en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Inleiding
De verbalisanten van de NVWA hebben op 21 februari 2019 aan boord van de [registratienummer schip 1] een controle uitgevoerd. De [registratienummer schip 1] was op dat moment bezig met boomkorvisserij op de Noordzee in het ICES-deelgebied IV. Volgens artikel 8 lid 1 van de Verordening EG) Nr. 2056/2001 is het verboden in het in ICES-deelgebied IV demersale sleepnetten met een maaswijdte van 70 tot en met 79 mm te gebruiken.
Bij gelegenheid van de controle is onder andere een meting gedaan van de maaswijdte van het vistuig aan stuurboordzijde. Daarbij is door de verbalisant gebruik gemaakt van een zogenaamde Omegameter. Het resultaat van de meting na het meten van 20 mazen was aanvankelijk dat de maaswijdte 75,8 mm bedroeg. Nadat op verzoek van de schipper opnieuw 20 mazen waren gemeten bedroeg volgens de meter het gemiddelde van 40 metingen 76,5 mm.
3.2.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de maaswijdte van de sleepnetten volgens de metingen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gemiddeld 76,5mm waren. Op grond van de uitvoeringsregeling zeevisserij moet de maaswijdte meer dan 80mm zijn. De officier van justitie gaat uit van de correctheid van het proces-verbaal van bevindingen en de meting gedaan door de NVWA.
3.3.
Het verweer van de verdachte
Namens verdachte is aangevoerd dat zij moet worden vrijgesproken, omdat de door de verbalisant gedane meting onbetrouwbaar is en niet tot het bewijs kan bijdragen.
Daartoe is namens verdachte kort gezegd het volgende gesteld.
  • Uit het proces-verbaal blijkt niet dat de door de verbalisant gebruikte Omegameter de vermelding “EG-meetinstrument” vermeldt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 onder 4 van de Verordening 517/2008;
  • Het zelfde geldt voor de door verbalisant gebruikte testgewichten en testmeetplaat; niet blijkt dat deze overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de voornoemde Verordening het opschrift “EG” droegen;
  • De controle van de meetinstrumenten heeft plaatsgevonden aan boord van de [naam schip 2] , gelegen aan de kade te Scheveningen hetgeen niet kan gelden als een stabiele omgeving vereist voor het testen van de meetapparatuur als voorgeschreven in Bijlage V van deze Verordening;
  • Op 31 januari 2019 is het vistuig aan stuurboordzijde bij een controle door de EU-autoriteiten gecontroleerd waarbij een gemiddelde maaswijdte van meer dan 80 mm werd bevonden. Het vistuig is in de tussentijd niet vervangen;
  • Uit het kalibratierapport van de fabrikant dat zich bij de stukken bevindt blijkt dat de door de verbalisant gebruikte Omegameter voor het laatst gekalibreerd is op 17 januari 2018 dus meer dan één jaar voor de controle;
  • Verdachte heeft na terugkomst in de haven zelf met een eigen Omegameter (2 maal 20 mazen) en met een Omegameter van een collega (1 maal 20 mazen) de netten nagemeten. Bij die meting kwam de gemiddelde maaswijdte op onderscheidenlijk 79,2 mm, 79,5 mm en 79,3 mm, dat wil zeggen binnen de afgesproken tolerantie van 1,5 mm.
3.4.
Het oordeel van de economische politierechter
3.4.1.
Uit het proces-verbaal van de NVWA blijkt dat de bij de controle gebruik is gemaakt van een Omegameter met nummer OMG 08120112. Voor die meter is een kalibratiecertificaat afgegeven dat zich als bijlage V bij het proces-verbaal bevindt. Het certificaat vermeldt onder meer dat de meter “
has been marked as ‘EC GUAGE’ as required by EC 517/2008.” Er is daarom geen reden te veronderstellen dat de meter op dat punt niet aan de voorschriften voldeed.
3.4.2.
Met betrekking tot de testgewichten en de testplaat vermeldt het proces-verbaal van verbalisant [naam verbalisant] , dat als bijlage IV bij de stukken is gevoegd, dat de testplaat en de testgewichten zijn gecertificeerd. Er is daarom evenmin aanleiding te veronderstellen dat deze instrumenten niet waren voorzien van een EG markering.
3.4.3.
In het zelfde proces-verbaal van verbalisant [naam verbalisant] is vermeld dat de verbalisant de betreffende Omegameter op kracht heeft gecontroleerd door
onder stabiele omstandighedende daartoe geijkte gewichten te gebruiken. Nu de [naam schip 2] ten tijde van de controle van de meetapparatuur niet op zee was, maar aan de kade in Scheveningen was aangemeerd is er geen reden om aan te nemen dat de omstandigheden niet stabiel waren.
3.4.4.
Bij het proces-verbaal bevindt zich, als bijlage XI een inspectierapport van de
Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE).
Dat rapport vermeldt onder meer, voor zover van belang:
Daaruit leidt de economische politierechter af dat drie weken vóór de controle door de NVWA de maaswijdte aan stuurboordzijde gemeten is op 80,3 mm. Er is geen aanleiding te twijfelen aan de verklaringen van de verdachte en van de bestuurder van [naam B.V..] , zoals die als verdachte onderscheidenlijk getuige ter zitting zijn afgelegd, dat het bij de inspectie door de BLE gemeten vistuig hetzelfde vistuig betreft als het door de NVWA gemeten vistuig.
3.4.5.
Het hiervoor in 3.4.1 genoemde kalibratierapport is gedateerd op 17 januari 2018.
De rechtbank Rotterdam overweegt in een uitspraak van 7 mei 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:4000) in r.o. 5.2:
In Verordening 517/2008 zelf zijn geen voorschriften opgenomen over de kalibratie van het meetinstrument, maar volgens instructies van de NVWA en fabrikant Marelec dient dit één keer per jaar te gebeuren.
Ook in een uitspraak van de voorzieningen rechter van de rechtbank Rotterdam van 20 februari 2019 (ECLI:NL:RBROT:2019:1276) wordt in r.o. 6.2 verwezen naar “
de door de fabrikant voorgeschreven jaarlijkse kalibratie van de omega-meter”.
Op grond van deze jurisprudentie gaat de economische politierechter er vanuit dat de omega-meter jaarlijks dient te worden gekalibreerd.
Nu het kalibratierapport dateert van 17 januari 2018 en de controle heeft plaatsgevonden op 21 februari 2019 is er tussen de metingen bij de controle en de datum van kalibratie meer dan een jaar verstreken.
3.4.6.
Dat de termijn van kalibratie ten tijde van de controle met ruim een maand was overschreden behoeft niet zonder meer te betekenen dat de meting onjuist is geweest.
Nu echter zowel de metingen van de BLE drie weken vóór de controle door de NVWA als de metingen van verdachte zelf direct na de controle door de NVWA maaswijdtes aangeven van meer dan 79 mm kan, op basis van metingen met een meter waarvan het kalibratiecertificaat meer dan een maand was verlopen, niet met voor een strafrechtelijke veroordeling voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de mazen van het stuurboordvistuig van de [registratienummer schip 1] ten tijde van de controle op 21 februari 2019 kleiner was dan 79 mm.
De verdachte moet daarom worden vrijgesproken.
De overige verweren behoeven geen bespreking.

4.Beslissing

De economische politierechter komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Vernietigt de eerder uitgebrachte strafbeschikking
Verklaart het tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte
[verdachte]daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.H. Marcus, economische politierechter,
in tegenwoordigheid van K. Buiskool, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 februari 2022.
Bijlage 1 - Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 21 februari 2019, op de Noordzee, met het onder Nederlandse vlag varend schip genaamd “ [naam schip 1] ” en voorzien van visserijregistratiekenmerk [registratienummer schip 1] , in strijd met artikel 8 van Verordening 2056/2001/EG, in ICES-deelgebied IV demersale sleepnetten met een maaswijdte van 70 tot en met 79 millimeter heeft gebruikt, immers hadden de mazen in de
stuurboordskuil een maaswijdte van gemiddeld 76,5 millimeter, in ieder geval een maaswijdte kleiner dan 80 millimeter;
(strafbaarstelling: artikel 8 Verordening 2056/2001/EG juncto artikel 59 Uitvoeringsregeling zeevisserij juncto artikel 3 en 4 Reglement zee- en kustvisserij juncto artikel 3a Visserijwet 1963 juncto artikel 1a, 2 en 6 Wet op de economische delicten)
( art 59 Uitvoeringsregeling zeevisserij )