Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 7 mei 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
- de Verordening (EU) nr. 850/98 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (Verordening 850/98)
- de Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (Verordening 1005/2008)
- de Controleverordening (EG) nr. 1224/2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (Controleverordening 1224/2009)
- de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (Uitvoeringsverordening 404/2011)
- de Verordening (EG) nr. 517/2008 van 10 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 850/98 wat betreft de bepaling van de maaswijdte en de meting van de twijndikte van visnetten (Verordening 517/2008).
de Algemene wet bestuursrecht] bevat geen algemene bevoegdheid tot het schorsen van een begunstigende beschikking, zoals de pulstoestemming, bij wege van bestuurlijk sanctie. In de Uitvoeringsregeling zeevisserij zijn geen bepalingen opgenomen waarin de bevoegdheid tot het schorsen van de pulstoestemming is verleend, terwijl een dergelijke bevoegdheid tot schorsing voor de visvergunning en de vismachtiging expliciet is verleend in artikel 96 en artikel 100 van die Regeling. Verordening 850/98 of andere onderdelen van het GVB bevatten ook geen bepalingen die de bevoegdheid verlenen om de pulstoestemming te schorsen. De minister kon ter zitting niet verduidelijken waarin de bevoegdheidsgrondslag voor de schorsing van de pulstoestemming is gelegen. Er is dus geen wettelijke grondslag voor de bevoegdheid de pulstoestemming te schorsen.”
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover dat ziet op schorsing van de pulstoestemming;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het besluit;
- herroept het primaire besluit II waarin de pulstoestemming is geschorst;
- bepaalt dat verweerder aan eisers het betaalde griffierecht van € 345,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 2.136,-;
- verklaart zich niet bevoegd om van het door eisers ingediende verzoek om schadevergoeding kennis te nemen.