Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 september 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 13 januari 2022 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
dat hier voor de bank inherent hogere operationele, juridische en reputationele risico’s aan verbonden zijn dan aan bancaire dienstverlening aan bedrijven uit andere sectoren.”
De relatie met CIS wordt, aldus de brief, op grond van artikel 7.3 van de Voorwaarden Zakelijke Rekening en op grond van artikel 35 van de Algemene Bankvoorwaarden per 1 juni 2020 beëindigd. CIS stelt overigens deze brief niet te hebben ontvangen, omdat die aan haar oude adres is geadresseerd.
3.Het geschil
in conventie
alsnog onder alle omstandighedenuitvoering te kunnen geven aan een besluit om de dienstverlening aan een bepaalde klantgroep te staken, indien partijen een algemene opzeggingsbevoegdheid zijn overeengekomen?
4.De standpunten van partijen
customer due diligenceonderzoeken onderworpen dan thans is gewenst. Om tot opzegging van de bankrelatie te mogen overgaan, is niet vereist dat zich bij CIS daadwerkelijke onregelmatigheden hebben voorgedaan. De risico’s die ING loopt en de kosten die zij moet maken om te kunnen voldoen aan haar eigen verplichtingen op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) staan bovendien in geen enkele verhouding tot de tarieven die zij ontvangt voor het aanhouden van een betaalrekening. ING mocht de overeenkomst dan ook opzeggen. In reconventie heeft zij verklaringen voor recht gevorderd ter zake deze standpunten. Daarnaast stelt ING schade te hebben geleden door de nakoming van de voorlopige voorziening (zie 2.12), die bestaat uit kosten die gepaard gaan met de voortgezette dienstverlening.
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
“ING Nederland (‘ING’) heeft na zorgvuldige afweging van alle belangen besloten de relaties met trustkantoren te beëindigen. (…) Het verhoogd risico ten aanzien van trustdoelvennootschappen, maakt dat ook trustkantoren zelf een verhoogd risico opleveren. Immers, trustdoelvennootschappen behoren tot de klantgroep waaraan trustkantoren hun diensten verlenen. Daarbij komt de (aanhoudende) politieke en maatschappelijke discussie over de dienstverlening van de trustsector. (…) Het verhoogd risicoprofiel van partijen die actief zijn in de trustsector, mede bezien vanuit de huidige maatschappelijke ontwikkelingen, past niet langer bij het risico dat ING bereid is te aanvaarden.”
ex tunc) voldeed aan wet- en regelgeving en dat er geen incidenten bekend waren die maakten dat ING niet aan haar toezichtrechtelijke eisen kon voldoen. Dit belang is thans dus niet in geding. Daar komt bij dat ING geen gebruik heeft gemaakt van het aanbod van CIS, dat zelf ook onder toezicht staat van DNB en aan dezelfde wetgeving moet voldoen, om ING waar mogelijk te faciliteren bij haar verplichtingen onder de toezichtwetgeving. ING heeft van dat aanbod geen gebruik gemaakt.
core businesshebben, waardoor zij over onvoldoende tijd en kunde beschikken om de geldstromen bij de doelvennootschappen te monitoren, CIS heeft een compliance officer die niet voldoet aan de ervaringseisen van branchevereniging Holland Quaestor en heeft geen Raad van Commissarissen of ander toezichthoudend orgaan.
1.689,00(3,0 punten × tarief € 563,00)