Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the regional court in Poznan(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
vaneen
Decision of the Court Poznan – Stare Miasto in Poznan of 22 second February 2016 on applying measures consisting in detention of [opgeëiste persoon] for the period of 14 days from the date of his arrest.
4.Strafbaarheid
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- dat het bewijsmateriaal zich in Polen bevindt;
- dat het onderzoek is aangevangen in Polen;
- dat de verdovende middelen in Polen zijn ingevoerd;
- dat de medeverdachten in Polen worden vervolgd;
- dat het Openbaar Ministerie thans niet voornemens is om vervolging in te stellen;
- dat de in het EAB aan de opgeëiste persoon verweten handelingen weliswaar in Nederland hebben plaatsgevonden maar dat deze kunnen worden toegerekend aan een criminele organisatie die in Polen opereerde.
8.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the regional court in Poznan(Polen) voor de feiten omschreven in onderdeel e) van het EAB.