Uitspraak
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
1.Onderzoek ter zitting
mr. H.F. van Kregten en van wat verdachte en zijn raadsman mr. R.J.A. van den Munckhof, advocaat in Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
[medeverdachte 1] (13/134651-22) en [medeverdachte 2] (13/134667-22).
De rechtbank doet in de zaken van de drie verdachten tegelijk uitspraak.
2.Beschuldiging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
[kenteken] is op (mondeling) bevel van een officier van justitie overgegaan tot het binnentreden in de woning op de [adres 2] om verdachte en de medeverdachten aan te houden en de aan diefstal in hotels gerelateerde goederen in beslag te nemen. De eigenaar van de woning , [persoon 3] , liet de verbalisanten binnen. Verdachte en de medeverdachten werden in de woning aangetroffen en aangehouden. In de woonkamer lagen drie matrassen die door verdachte en de medeverdachten werden beslapen. Daaromheen stonden koffers en tassen. Uit het proces-verbaal van bevindingen op pagina
32 tot en met 54 van het einddossier, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , volgt dat zij zagen dat verdachte bezig was met een koffer die exact leek op de zilveren koffer die op 23 mei 2022 was weggenomen uit het [hotel 2] hotel in Amsterdam. Daarnaast had medeverdachte [medeverdachte 1] een rugzak bij zich waarin onder meer een HP laptop werd aangetroffen. Na het vertrek van verdachte en de medeverdachten begon [persoon 3] de woonkamer op te ruimen. Tijdens het verplaatsen van de matrassen trof verbalisant [verbalisant 2] verschillende in aluminiumfolie verpakte elektrische apparaten aan. De genoemde goederen zijn in beslag genomen.
De politie heeft de matrassen opgetild en onder de matrassen gekeken. Er waren zeven politie agenten binnen”.Als hem wordt voorgehouden dat volgens de politie hij degene was die de matrassen heeft verschoven, antwoordt hij: “
Nee, de politie pakte de matrassen gelijk op toen ze binnen waren en keken onder de matrassen of er spullen van die mannen waren”.Op de vraag hoe hij de politie heeft geholpen, antwoordt hij: “
Toen de politie binnen was heb ik ze verteld alles mee te nemen (…). Ik mocht niets aanraken van de politie”.
32 tot en met 54 van het einddossier, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , volgt dat zij zagen dat medeverdachte [medeverdachte 1] een rugzak bij zich had waarin niet alleen (onder meer) een HP laptop werd aangetroffen, maar ook zijn paspoort. Hulpofficier van justitie [hulpofficier van justitie] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat één van de verdachten een paspoort uit een rugzak haalde en verbalisant [verbalisant 3] heeft verklaard dat de rugzak open stond en dat daar half een laptop uitstak. De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat redelijkerwijs vermoed kon worden dat in de genoemde rugzak met diefstal verband houdende goederen zaten. Deze rugzak is rechtmatig in beslag genomen. Vervolgens mochten de verbalisanten op grond van artikel 95, eerste lid, Sv in de rugzak kijken en de daarin aangetroffen goederen in beslag nemen. Van een doorzoekingshandeling is dan ook geen sprake geweest.
artikel 126nd, eerste lid, Sv in het belang van het onderzoek heeft gevorderd dat de penitentiaire inrichting waar verdachte op dat moment verbleef de identiteitsgegevens van de bezoekers van verdachte en van de personen die telefonisch contact met hem hebben gehad, inclusief hun telefoonnummers, over de periode van 3 juni tot en met 5 juni 2022 zou verstrekken.
rechter-commissaris vereist.
4.Waardering van het bewijs
stillsvan de diefstallen in de verschillende hotels voldoende duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zichtbaar zijn om verdachte
(en medeverdachte [medeverdachte 1] ) te kunnen herkennen. De verbalisanten hebben verdachte (en medeverdachte [medeverdachte 1] ) herkend aan hun gezicht, kledingstukken, accessoires en postuur. Gezichtsherkenningen hebben een hoge diagnostische waarde en in combinatie met de in de processen-verbaal genoemde specifieke accessoires – de bruine en grijze pet, de schoenen en de rugzak – is sprake van voldoende onderscheidende kenmerken om verdachte (en medeverdachte [medeverdachte 1] ) te kunnen herkennen. Hoewel niet alle verbalisanten
– namelijk met uitzondering van verbalisant [verbalisant 6] - verdachte eerder, dus voorafgaand aan de herkenning, hebben ontmoet, is wel sprake van meerdere onafhankelijk van elkaar gedane herkenningen. De door de raadsman aangevoerd omstandigheid dat verbalisant [verbalisant 6] verwijst naar de door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] gedane herkenning, doet niet af aan de betrouwbaarheid van deze herkenning(en). Verbalisant [verbalisant 6] heeft immers een zelfstandige en onafhankelijke herkenning aan de hand van de bewegende beelden van het [hotel 5] hotel gedaan onder verwijzing naar de door [verbalisant 2] en [verbalisant 3] genoemde kenmerken. Bovendien heeft verbalisant [verbalisant 6] , voorafgaand aan de herkenning van 2 juni 2022, verdachte gezien tijdens het verhoor bij de politie op 31 mei 2022. Van feiten of omstandigheden die een herkenning mogelijk zouden kunnen falsificeren is verder niet gebleken. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de herkenningen door de verbalisanten voldoende betrouwbaar zijn en kunnen worden gebruikt voor het bewijs.
09:05 uur in de ontbijtzaal van het [hotel 5] hotel in Amsterdam. [11]
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
modus operandi. Bij alle gevallen ging het om diefstal in een hotel. De diefstallen hebben kort na elkaar in een periode van tien dagen plaatsgevonden. Tijdens de diefstallen zijn verdachte en de medeverdachte steeds in dezelfde samenstelling en op dezelfde wijze te werk gegaan. De wegnemingshandelingen hebben plaatsgevonden in de lobby of de ontbijtzaal van verschillende hotels, waarbij telkens hand- of rugtassen, en in één geval een koffer, met daarin waardevolle goederen en/of geldbedragen zijn gestolen. Uit de beschreven camerabeelden blijkt dat verdachte en de medeverdachte daarbij veelal door middel van een communicatiemiddel contact met elkaar hielden. Na de diefstallen hebben verdachte en de medeverdachte telkens één voor één achter het hotel verlaten.
modus operandiin combinatie met de camerabeelden en de daarop gebaseerde herkenningen. Bovendien heeft de medeverdachte als getuige in de zaak tegen verdachte verklaard dat hij de diefstal in het [hotel 6] hotel heeft gepleegd. Hoewel de medeverdachte heeft verklaard dat hij de diefstal alleen heeft gepleegd, vindt de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij niet betrokken is geweest bij deze diefstal en dat hij juist boos was toen de medeverdachte dit aan hem vertelde, ongeloofwaardig. Gelet op de overige bewijsmiddelen in het dossier vindt de rechtbank bewezen dat verdachte de diefstal in het [hotel 6] hotel tezamen en in vereniging met de medeverdachte heeft gepleegd. Uit de wijze waarop zij telkens met zijn tweeën hebben geopereerd, kan worden opgemaakt dat aan de diefstallen een gezamenlijk en vooropgezet plan ten grondslag heeft gelegen. De rechtbank is van oordeel dat de rol van verdachte en de medeverdachte bij het wegnemen van de bagage in de hotels steeds inwisselbaar was, zodat telkens sprake is geweest van medeplegen.
5.Bewezenverklaring
(in ponden en euro's) en een telefoon van het merk iPhone en horloges van het merk Tag Heuer en Rado toebehorende aan [aangever 1] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
12 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
9.Beslag
24 november 2022, welke als
bijlage IIaan dit vonnis is gehecht en de inhoud ervan geldt als hier ingevoegd.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
diefstal in vereniging;
diefstal in vereniging;
diefstal in vereniging;
diefstal in vereniging, meermalen gepleegd.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstraf van 12 (twaalf) maanden.
teruggaveaan de rechthebbende(n) van:
beslaglijstin
bijlage II.