ECLI:NL:RBAMS:2022:7460

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 december 2022
Publicatiedatum
12 december 2022
Zaaknummer
13.224212-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de gevangenhouding in het kader van overlevering met betrekking tot een Europees aanhoudingsbevel

Op 9 december 2022 heeft de rechtbank Amsterdam, in de internationale rechtshulpkamer, een beslissing genomen over de verlenging van de gevangenhouding van een opgeëiste persoon. De officier van justitie had eerder de verlenging van de gevangenhouding gevorderd in het kader van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat door de Duitse justitiële autoriteiten was toegezonden. De opgeëiste persoon, geboren in Paraguay en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, verblijft momenteel in detentie. De rechtbank had op 10 november 2022 al de overlevering toegestaan, maar op 9 december 2022 werd in raadkamer de officier van justitie gehoord, terwijl de opgeëiste persoon en zijn raadsman niet verschenen.

De rechtbank constateert dat de officier van justitie de feitelijke overlevering heeft uitgesteld, maar oordeelt dat deze beslissing niet rechtmatig is, aangezien deze beslissing door de uitvoerende rechterlijke autoriteit moet worden genomen. De rechtbank weegt de belangen af en besluit dat de feitelijke overlevering moet worden uitgesteld in het kader van strafvervolging in Nederland. Dit leidt tot de conclusie dat de gevangenhouding van de opgeëiste persoon met dertig dagen wordt verlengd. De beslissing is genomen door mr. M.C.M. Hamer, rechter, in aanwezigheid van M.S. Schenker, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

BEVEL VERLENGING GEVANGENHOUDING

Parketnummer: 13.224212-22
Op 9 december 2022 heeft de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam de verlenging van de gevangenhouding gevorderd van de opgeëiste persoon:

[opgeëiste persoon] ,

geboren te [geboorteplaats] (Paraguay) op [geboortedag] 1987
zonder vaste woon of verblijfplaats in Nederland
thans verblijvende in “ [plaats detentie] ”.
De justitiële autoriteiten van Duitsland hebben een EAB met betrekking tot bovengenoemde persoon toegezonden.
Bij uitspraak van 10 november 2022 heeft de rechtbank de overlevering toegestaan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het dossier, waaronder de stukken die op de overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon betrekking hebben.
In raadkamer van deze rechtbank van 9 december 2022 is de officier van justitie gehoord. De opgeëiste persoon en zijn raadsman zijn, hoewel daartoe opgeroepen, niet verschenen.
De rechtbank stel vast dat de officier van justitie (al dan niet impliciet) de feitelijke overlevering heeft uitgesteld overeenkomstig artikel 36, eerste lid, van de Overleveringswet.
De rechtbank overweegt dat:
- uit een recent arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie blijkt dat deze beslissing moet worden genomen door de uitvoerende rechterlijke autoriteit (de rechtbank), niet door de officier van justitie; [1]
- de door de officier van justitie genomen beslissing tot uitstel van de feitelijke overlevering dus niet rechtmatig is; [2]
- zij, na afweging van alle daartoe in aanmerking komende belangen, van oordeel is dat de feitelijke overlevering inderdaad moet worden uitgesteld met het oog op strafvervolging in Nederland, [3] welke beslissing in de plaats treedt van die van de officier van justitie; [4]
  • zich dus de situatie voordoet dat feitelijke overlevering wel is toegestaan, maar nog niet heeft kunnen plaatsvinden, en
  • zij op grond van haar beslissing tot uitstel daarom de overleveringsdetentie kan handhaven.
Op grond van het bovenstaande dient de gevangenhouding van de opgeëiste persoon te worden verlengd.

BESLISSING:

Verlengtde gevangenhouding van [opgeëiste persoon] voornoemd voor de duur van
dertig dagen.
Aldus gedaan op 9 december 2022 door
mr. M.C.M. Hamer, rechter
in tegenwoordigheid van M.S. Schenker, griffier.

Voetnoten

1.HvJ EU 8 december 2022, C-492/22 PPU, ECLI:EU:C:2022:964 (
2.Zie punt 57 van het arrest.
3.Zie punten 91-92 van het arrest.
4.Zie punt 61 van het arrest.
5.Zie punten 61 en 65 van het arrest.