Uitspraak
Wels Public Prosecutor’s Office(Oostenrijk) – met goedkeuring van
the Wels Regional Court [1] – en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Wels Public Prosecutor’s Officevan 15 juni 2022 en van het bevel van de
Wels Regional Courtvan 6 juli 2022 waarbij voornoemd aanhoudingsbevel is geautoriseerd.
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6. Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW, eerste lid, onderdeel a (feit geheel of ten dele in Nederland gepleegd)
- het Openbaar Ministerie is niet voornemens om de vervolging van de feiten uit het EAB zelf ter hand te nemen;
- de vervolging is in Oostenrijk aangevangen;
- de bewijsmiddelen bevinden zich in Oostenrijk;
- de Oostenrijkse rechtsorde is geschaad;
- de verdovende middelen waren voor Oostenrijk bestemd.
- aan de regeling van het EAB ten grondslag ligt dat overlevering de hoofdregel is en toepassing van een facultatieve weigeringsgrond de uitzondering dient te zijn;
- de weigeringsgrond ertoe strekt te voorkomen dat Nederland zou moeten meewerken aan overlevering voor een zogenoemd lijstfeit dat geheel of ten dele in Nederland is gepleegd en dat hier niet strafbaar is of hier niet pleegt te worden vervolgd.
7.Opschorting van de feitelijke overlevering
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Wels Regional Court(Oostenrijk) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Aldus gedaan door