Uitspraak
regio Amsterdam,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de man, ingekomen op 15 augustus 2022;
- het verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek van de vrouw, ingekomen op 29 september 2022;
- het F9-formulier met bijlage van de man, ingekomen op 29 september 2022;
- het F9-formulier met bijlagen en petitumwijziging van de man, ingekomen op 5 oktober 2022.
- de man, bijgestaan door zijn advocaat,
- de advocaat van de vrouw,
- mw. [naam] , namens de Raad.
2.De feiten
- [minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2007;
- [minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2] 2011.
3.De verzoeken en het verweer tevens houdende zelfstandig verzoek
- voor recht te verklaren dat de man en de vrouw gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarigen uitoefenen;
- te bepalen dat de man in het vervolg:
primairhet eenhoofdig gezag over de minderjarigen zal uitoefenen;
subsidiairmet de vrouw gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarigen zal uitoefenen;
4.De beoordeling
Gazprombank-arrest van de Hoge Raad van 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2838):
- de beslissing moet zijn genomen door een rechter of andere autoriteit aan wie op een internationaal aanvaarde grond rechtsmacht toekwam;
- in de buitenlandse procedure zijn de beginselen van behoorlijke rechtspleging in acht genomen;
- de buitenlandse uitspraak moet de toets van de Nederlandse openbare orde kunnen doorstaan;
- de buitenlandse beslissing mag niet onverenigbaar zijn met een tussen dezelfde partijen gegeven beslissing van de Nederlandse rechter, dan wel met een eerdere, in Nederland voor erkenning vatbare beslissing van een buitenlandse rechter in een geschil tussen dezelfde partijen dat hetzelfde onderwerp betreft en op dezelfde oorzaak berust.