Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak 17 augustus 2022
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9 OLW
- informaticacriminaliteit en witwassen te Zoetermeer (NL) op 30 mei 2018;
- witwassen van een bedrag van 2.200,95 EUR te Amsterdam (NL) op 25 oktober 2019;
- witwassen van een bedrag van 16.695,00 EUR, een ketting met nieuwwaarde 7.345,00 EUR en een armband met nieuwwaarde 500,00 EUR te 's-Gravenhage (NL) op 27 november 2021.
Vermits [opgeëiste persoon] ([geboortedag]1995) in Nederland nog niet eerder werd vervolgd, veroordeeld, vrijgesproken of buiten vervolging gesteld voor feiten van lidmaatschap van een criminele organisatie, bevestigt mijn Ambt dat wij, voor wat betreft de verdenking van lidmaatschap van een vereniging van misdadigers, nog steeds de overlevering van betrokkene vragen voor de volledige pleegperiode zoals vermeld in het Europees Aanhoudingsbevel dd. 11 mei 2022.
5.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden in België
General Counsellorbij het
Directorate General Legislation, Fundamental Rights and Freedomsheeft bij brief van 9 september 2021, die in het dossier van de opgeëiste persoon is gevoegd, de volgende algemene garantie gegeven:
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Onderzoeksrechter van de Rechtbank van Eerste Aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde (België) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.