Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak 1 september 2022
4.Artikel 11 OLW: Detentieomstandigheden
the European Committee for the Prevention of Torture and
Aranyosi & Căldăraru) [3] en 25 juli 2018 (
ML) [4] , voornoemde detentiegarantie niet voldoende is. De rechtbank is daarbij voorbij gegaan aan de omstandigheid dat in de detentiegarantie wordt verwezen naar een verzoek van de Duitse autoriteiten. Gelet op de vraagstelling in de e-mail van het IRC en de brief van de uitvaardigende justitiële autoriteit als reactie daarop is - in onderlinge samenhang bezien - voldoende duidelijk dat de detentiegarantie voor dit EAB is gegeven. De rechtbank heeft echter tevens geconstateerd dat in de tekst van de garantie niet staat omschreven in welke penitentiaire inrichting (en onder welk regime) de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid zal worden gedetineerd ten behoeve van het uitzitten van zijn straf, na de beperkte quarantaine periode van 21 dagen. De rechtbank achtte deze informatie wel van belang, nu de opgeëiste persoon in Roemenië onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren.
- In welke penitentiaire inrichting (en onder welk regime) zal de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid worden gedetineerd na de quarantaine periode van 21 dagen in
- Kunt u een beschrijving geven van de detentie-omstandigheden in die penitentiaire inrichting?
Bucharest Rahova Prison. Vervolgens heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit een antwoord gegeven op voornoemde vragen:
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank van eerste aanleg Suceava (Roemenië) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.