Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 oktober 2021 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 2 maart 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 1 september 2022 en de daarin genoemde stukken,
- de brief van mr. R.G.J. de Haan namens ING van 16 september 2022 naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
(…) Dit is de hele reden dat we het willen over zetten, hier zijn we dus al maanden mee bezig. De stichting dancamundo is voor een ander doel opgezet, overigens is de stichting op een lening na nog steeds niet bezig met dat doel, de zaken in Spanje liggen stil en de verwachting is dat deze stichting dan ook dit jaar niet actief zal zijn. De reden dat we deze stichting uberhaupt hebben gebruikt is om de zaken strikt gescheiden te houden van de prive en zakelijke rekening die ik ook bij de ING heb. Fijn dat nu ook door jullie de noodzaak wordt ingezien om dit zo snel mogelijk over te zetten. (…) het doel was om tijdelijk de rekening te gebruiken, half juni hebben wij de stichting virus waarheid opgericht, deze stichting is de stichting die bij de huidige rekening hoort. De rekening had direct moeten worden overgezet, dit is helaas nog steeds niet gebeurd. (…) 29 mei was de uitzending van mijn eerste Weltschmerz optreden, we werden toen overdonderd door de vraag hoe mensen konden doneren, we hebben toen gekozen voor deze rekening omdat deze niet werd gebruikt en een eigen rechtspersoon is. Op deze manier is er zo min mogelijk verstrengeling. Er was haast geboden, we hebben geprobeerd zo snel mogelijk de zaken te regelen. (…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
ex tunc.
ex nunc. In de rechtspraak wordt aangenomen dat een bank in bijzondere gevallen kan worden verplicht om een betaalrekening aan te bieden, ook aan rechtspersonen (zie gerechtshof Amsterdam 21 januari 2020, ECLI:N:GHAMS:2020:121 en het daarop volgende arrest van de Hoge Raad van 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1652). Dit vormt een uitzondering op het beginsel van contractsvrijheid. Dat beginsel brengt mee dat niemand kan worden verplicht een contractuele relatie met een ander aan te gaan, ook banken niet. Dit recht is fundamenteel en zwaarwegend, maar niet onbegrensd. Bij de begrenzing van dit recht voor banken is onder meer van belang dat hun maatschappelijke functie een bijzondere zorgplicht meebrengt ten opzichte van derden met wier belangen zij rekening behoren te houden op grond van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Het is een feit van algemene bekendheid dat het zonder betaalrekening vrijwel onmogelijk is om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Dit geldt niet alleen voor natuurlijke personen, maar ook voor rechtspersonen. Voor banken bestaat op grond van de Wft een wettelijke verplichting om consumenten een basisbankrekening aan te bieden, maar daaruit vloeit niet voort dat de contractsvrijheid van banken ten opzichte van niet-consumenten in het geheel niet kan worden ingeperkt. Daarom kan een bank onder bijzondere omstandigheden worden verplicht een contractuele relatie aan te gaan met een rechtspersoon, hetgeen
ex nuncwordt beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Tot de omstandigheden van het geval behoort ook de omstandigheid dat eerder een rechtsgeldige opzegging heeft plaatsgevonden, maar die omstandigheid is op zichzelf niet doorslaggevend.
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)