Uitspraak
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.1 Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
4.2 Feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
uitsluitendbestaat uit een geldboete, waarbij mogelijk vervangende hechtenis kan worden toegepast. De uitspraak waarnaar de officier van justitie verwijst heeft betrekking op een geheel andere situatie, namelijk een executie-EAB, dus een geval waarin de vervangende vrijheidsstraf al was opgelegd. In de zaak van de opgeëiste persoon gaat het echter om een vervolgings-EAB waarbij nog geen rekening kan worden gehouden met de duur van een mogelijke vervangende hechtenis. Er is daarmee sprake van een feit dat alleen met een geldboete is bedreigd.
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het onderzoek is in Spanje aangevangen;
- het bewijsmateriaal bevindt zich in Spanje;
- de medeverdachten worden in Spanje vervolgd;
- het Openbaar Ministerie is niet voornemens vervolging in te stellen voor de feiten uit het EAB;
- de plantages bevinden zich in Spanje;
- de verdovende middelen zijn in Spanje in beslag genomen.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Tweede Kamer van het Provinciaal Gerechtshof Alicante (Spanje) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB voor zover dat ziet op overtreding van de artikelen 368, 369 en 570, lid 1, van het Spaanse wetboek van strafrecht.
[opgeëiste persoon]voor het feit zoals dat omschreven is in onderdeel e van het EAB voor zover dat ziet overtreding van artikel 255 lid 1, van het Spaanse wetboek van strafrecht.