Uitspraak
the District Court of Lublin(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
the Court of Appeal of Lublinvan 8 december 2020, gelet op artikel 12 OLW.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgment of the District Court of Lublin(Polen) van 13 juli 2018 (referentie: IV K 323/16). De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van 4 jaar, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat.
the Court of appeal of Lublinop 8 december 2020 uitspraak in hoger beroep heeft gedaan (IV K 323/16) waarbij voormeld vonnis in stand is gelaten.
the Court of appeal of Lublinvan 8 december 2020 (hierna: arrest).
the Court of appeal of Lublindefinitief uitspraak heeft gedaan. Het is voor de raadsman niet duidelijk hoe het zit met het ingestelde cassatieberoep en of de opgeëiste persoon zijn verdedigingsrechten heeft kunnen uitoefenen. In de verstrekte informatie van 16 mei 2022 staat dat het cassatieberoep ‘
was not considered’ maar uit de aanvullende informatie van 1 juli 2022 blijkt niet wat daarmee wordt bedoeld.
the Court of Appeal of Lublinop 8 december 2020 definitief uitspraak heeft gedaan. De opgeëiste persoon was op de hoogte van de lopende procedure en hij heeft via zijn advocaat hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 13 juli 2018. De oproeping voor de zitting is naar het opgegeven adres verstuurd, maar de opgeëiste persoon heeft die oproeping niet ontvangen omdat hij naar het buitenland was vertrokken zonder iets te laten weten of contact te zoeken over het verdere verloop van de procedure. De opgeëiste persoon heeft op grond van het voorgaande zijn verdedigingsrechten voldoende kunnen uitoefenen.
the Court of Appeal of Lublinbij arrest van 8 december 2020 het vonnis in eerste aanleg heeft bevestigd. Verder blijkt daaruit dat raadsman van de opgeëiste persoon hiertegen cassatie had ingesteld waarna vermeld is dat “
the cassation appeal was not considered”. Uit de aanvullende informatie van 1 juli 2022 volgt dat
the Court of appeal of Lublinbij arrest van 8 december 2020 definitief uitspraak heeft gedaan over de schuld en de straf, nadat de zaak in feite en in rechte ten gronde is behandeld (als bedoeld in het arrest HvJ EU 10 augustus 2017, ECLI:EU:C:2017:628 (Tupikas). De rechtbank zal daarom alleen het proces in hoger beroep dat geleid heeft tot het arrest van 8 december 2020 toetsen aan artikel 12 OLW.
4.Tussenuitspraak 23 juni 2022
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court of Lublin(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.