Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 augustus 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres, hierna: [eiseres]
[belanghebbenden] , derde belanghebbende, hierna: belanghebbende
Procesverloop
[vader] waren aanwezig bij deze zitting. [eiseres] heeft zich laten bijstaan door mr. M.J. van der Vlis, kantoorgenoot van haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. D.R. Kluft, kantoorgenoot van zijn gemachtigde. Verweerder was aanwezig in de persoon van [persoon 1] , directeur-bestuurder van het Samenwerkingsverband, en [persoon 2] , onderwijsadviseur bij het Samenwerkingsverband. Belanghebbende heeft de griffier laten weten dat zij niet bij de zitting aanwezig hoeft te zijn, maar wel graag de uitspraak wil ontvangen.
Overwegingen
Inleiding
- Er sprake is van een ernstige onderwijsbeperking/kindfactor op meer dan één ontwikkelingsgebied (werkhouding, sociaal-emotioneel, gedrag, motoriek, spraak/taalontwikkeling, didactische ontwikkeling) waarbij de gedragsproblemen van de leerling voorop staan;
- De problematiek is integraal van karakter. Dat wil zeggen dat de op school gesignaleerde zorgen ook thuis gezien worden of in het derde milieu;
- Ingezette hulp of gedane aanpassingen (zowel op school als thuis/in het derde milieu) heeft/hebben geen of een beperkt positief effect op de ontwikkeling van de leerling.
1. Ouders - d.d. 24 september en 29 oktober 2020
5.2. De Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT) heeft op
15 maart 2021 het advies uitgebracht om de TLV in stand te laten. In het bestreden besluit heeft het Samenwerkingsverband dit advies opgevolgd. [eiseres] is het hier niet mee eens, omdat er volgens haar zowel procedurele als inhoudelijke gebreken aan de besluitvorming kleven. De rechtbank zal hierna haar beroepsgronden behandelen.
Beslissing
mr. C.A.E. Wijnker en mr. A.E.J.M. Gielen, leden,in aanwezigheid van mr. C. Pasteuning, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2022.
Rechtsmiddel
BIJLAGE
6. Het Samenwerkingsverband heeft in elk geval tot taak:
a. het vaststellen van een ondersteuningsplan,
b. het verdelen en toewijzen van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, bedoeld in het tweede lid,
c. het beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs of tot het speciaal onderwijs, op verzoek van het bevoegd gezag van een school als bedoeld in het tweede lid waar de leerling is aangemeld of ingeschreven, en
d. het adviseren over de ondersteuningsbehoefte van een leerling op verzoek van het bevoegd gezag van een school als bedoeld in het tweede lid waar de leerling is aangemeld of ingeschreven.
7. Het Samenwerkingsverband stelt ten minste eenmaal in de 4 jaar een ondersteuningsplan vast. Bij het vaststellen van het ondersteuningsplan kunnen door het Samenwerkingsverband slechts beperkingen worden gesteld aan de door de school gewenste invulling van het schoolondersteuningsprofiel, indien dat voor het Samenwerkingsverband met het oog op de beschikbare ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen een onevenredige belasting zou vormen.
8. Het ondersteuningsplan omvat in elk geval:
a. de wijze waarop wordt voldaan aan het tweede lid, tweede volzin, waaronder tevens zijn begrepen de basisondersteuningsvoorzieningen die op alle vestigingen van scholen in het Samenwerkingsverband aanwezig zijn,
b. de procedure en criteria voor de verdeling, besteding en toewijzing van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, bedoeld in het tweede lid, mede bezien in het perspectief van een meerjarenbegroting,
c. de procedure en criteria voor de plaatsing van leerlingen op speciale scholen voor basisonderwijs en op scholen voor speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs,
[…]