In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 augustus 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de adoptie van twee kinderen, geboren uit draagmoederschap in de Verenigde Staten. Verzoekers, een stel dat al 15 jaar samenwoont, hebben een verzoek ingediend om de adoptie van hun kinderen, die via draagmoederschap zijn geboren. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder verzoekschriften en rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad heeft positief geadviseerd over de adoptie, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de draagmoeders afstand hebben gedaan van hun ouderlijke rechten en dat de verzoekers de kinderen sinds hun geboorte verzorgen en opvoeden.
De rechtbank heeft de uitspraken van de Amerikaanse rechtbanken erkend, waarin het vaderschap van de verzoekers voor de geboorte van de kinderen is vastgesteld. Dit is in overeenstemming met de Nederlandse wetgeving, die stelt dat de rechter in elke zaak moet beoordelen of buitenlandse uitspraken kunnen worden erkend. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen strijd is met de Nederlandse openbare orde en dat de adoptie in het belang van de kinderen is. De rechtbank heeft de verzoeken tot adoptie toegewezen en de geboortegegevens van de kinderen vastgesteld, evenals de wijziging van hun voornamen. Tevens is bepaald dat de verzoekers gezamenlijk het gezag over de kinderen zullen uitoefenen.
De beschikking benadrukt het belang van het recht van kinderen om te weten wie hun ouders zijn en onder welke omstandigheden zij zijn geboren. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en de familierechtelijke betrekkingen tussen de kinderen en hun biologische ouders in stand gelaten, terwijl de verzoekers als adoptieouders zijn erkend.