ECLI:NL:RBAMS:2022:5424

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2022
Publicatiedatum
15 september 2022
Zaaknummer
C/13/703570 / FA RK 21-3890
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie na draagmoederschap in de Verenigde Staten

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 augustus 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de adoptie van twee kinderen, geboren uit draagmoederschap in de Verenigde Staten. Verzoekers, een stel dat al 15 jaar samenwoont, hebben een verzoek ingediend om de adoptie van hun kinderen, die via draagmoederschap zijn geboren. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder verzoekschriften en rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad heeft positief geadviseerd over de adoptie, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de draagmoeders afstand hebben gedaan van hun ouderlijke rechten en dat de verzoekers de kinderen sinds hun geboorte verzorgen en opvoeden.

De rechtbank heeft de uitspraken van de Amerikaanse rechtbanken erkend, waarin het vaderschap van de verzoekers voor de geboorte van de kinderen is vastgesteld. Dit is in overeenstemming met de Nederlandse wetgeving, die stelt dat de rechter in elke zaak moet beoordelen of buitenlandse uitspraken kunnen worden erkend. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen strijd is met de Nederlandse openbare orde en dat de adoptie in het belang van de kinderen is. De rechtbank heeft de verzoeken tot adoptie toegewezen en de geboortegegevens van de kinderen vastgesteld, evenals de wijziging van hun voornamen. Tevens is bepaald dat de verzoekers gezamenlijk het gezag over de kinderen zullen uitoefenen.

De beschikking benadrukt het belang van het recht van kinderen om te weten wie hun ouders zijn en onder welke omstandigheden zij zijn geboren. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en de familierechtelijke betrekkingen tussen de kinderen en hun biologische ouders in stand gelaten, terwijl de verzoekers als adoptieouders zijn erkend.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/703570 / FA RK 21-3890
Beschikking van 24 augustus 2022 betreffende adoptie
in de zaak van:

1.[verzoeker 1] ,

en
2. [verzoeker 2] ,
beiden wonende te [woonplaats 1] ,
hierna mede te noemen verzoekers,
advocaat mr. W.J. Eusman te Amsterdam.
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
1. de
Raad voor de Kinderbescherming, Regio Amsterdam,
hierna te noemen de Raad,
2. de
ambtenaar van de burgerlijke standvan de gemeente
Den Haag,
hierna te noemen de ambtenaar.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het op 17 juni 2021 ingekomen verzoek;
- een brief van de Raad van 28 juli 2021;
- een brief van de ambtenaar van 13 september 2021;
- een brief van de ambtenaar van 26 oktober 2021;
- een F9-formulier van verzoekers van 18 november 2021;
- de brief van de ambtenaar van 18 januari 2022;
- de rapportage van de Raad van 29 maart 2022;
- een F9-formulier van verzoekers van 25 mei 2022;
- de brief van de ambtenaar van 7 juni 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 7 juli 2022.
Verschenen zijn: verzoekers bijgestaan door hun advocaat.
De Raad en de ambtenaar zijn, met voorafgaande kennisgeving daarvan, niet ter zitting verschenen.

2.De feiten

2.1.
Verzoekers hebben een duurzame affectieve relatie met elkaar. Zij wonen 15 jaar samen.
2.2.
Verzoekers hadden een kinderwens. In verband daarmee hebben zij met [naam 1] , meisjesnaam [meisjesnaam 1] , wonende te [woonplaats 2] , Wisconsin, Verenigde Staten van Amerika (VS) en [naam 2] , meisjesnaam [meisjesnaam 2] , wonende te [woonplaats 3] , Oregon, VS en haar (toenmalige) echtgenoot de heer [naam echtgenoot] , afgesproken dat mevrouw [naam 1] en mevrouw [naam 2] voor verzoekers ieder als draagmoeder een kind zullen dragen en dat zij afstand zullen doen van hun rechten en verplichtingen met betrekking tot die kinderen, ten behoeve van de wensouders.
2.3.
Uit de verklaringen van Dr. Jeffrey G. Wang, Medical Director of American Fertility Services te Greenwich, Connecticut, blijkt dat middels in vitro fertilisatie (IVF)-behandelingen mevrouw [naam 1] zwanger is geworden van [naam 3] , waarbij bij mevrouw [naam 1] gebruik is gemaakt van eicellen van [naam 4] , wonende in de VS en Amerikaans Staatsburger, en sperma van verzoeker [verzoeker 1] , alsmede dat middels IVF-behandelingen mevrouw [naam 2] zwanger is geworden van [naam 5] , waarbij bij mevrouw [naam 2] gebruik is gemaakt van eicellen van [naam 4] en sperma van verzoeker [verzoeker 2] .
Met betrekking tot [naam 3]
2.3.1.
Bij interlocutoire beslissing van 30 september 2020 van het Circuit Court of the State of Wisconsin, Oneida County, VS, is het biologisch, natuurlijk, beoogd en juridisch vaderschap van [verzoeker 1] vastgesteld ten aanzien van het kind waarvan [naam 1] op dat moment zwanger was en waarvan de geboorte werd verwacht rond 22 november 2020. In deze beslissing is opgenomen dat [naam 4] afstand heeft gedaan van alle ouderlijke rechten en heeft ingestemd met het oordeel van het Court dat zij niet de beoogd of juridisch ouder is van [naam 3] . Ook is bepaald dat [verzoeker 1] belast wordt met het eenhoofdig gezag over dat kind.
2.3.2.
Mevrouw [naam 1] is op [geboortedatum 1] 2020 te [geboorteplaats 1] , Marathon County, Wisconsin, VS, bevallen van [naam 3] . Zij was gedurende het draagmoedertraject ongehuwd. Op de geboorteakte van [naam 3] staat mevrouw [naam 1] als moeder en [verzoeker 1] als vader vermeld.
2.3.3.
Na de geboorte van [naam 3] , heeft het genoemde Circuit Court of Wisconsin, bij beslissing van 23 november 2020 de beslissing van 30 september 2020 bevestigd en tevens bepaald dat [verzoeker 1] als vader op de geboorteakte van [naam 3] zal worden vermeld, dat mevrouw [naam 1] zal meewerken aan de verkrijging van een paspoort voor [naam 3] en dat enig (rechts)vermoeden van moederschap van [naam 4] wordt weerlegd. Tevens is bepaald dat [naam 4] , geen rechten, plichten of verantwoordelijkheden heeft ten opzichte van [naam 3] en dat [naam 4] vastbesloten is niet de moeder te zijn van [naam 3] .
Met betrekking tot [naam 5]
2.4.1.
Bij beslissing van het Circuit Court of the State of Oregon, County of Multnomah, VS, van 21 januari 2021 is het vaderschap van de heer [naam echtgenoot] van het kind waarvan mevrouw [naam 2] op dat moment zwanger was ontkend en het genetisch, beoogd en juridisch vaderschap van [verzoeker 2] gerechtelijk vastgesteld. Ook is bepaald dat de achternaam van [naam 5] ‘ [verzoeker 1] - [verzoeker 2] ’ zal zijn en is verzoeker [verzoeker 2] belast met het eenhoofdig gezag over [naam 5] .
2.4.2.
Mevrouw [naam 2] is op [geboortedatum 2] 2021 te [geboorteplaats 1] , Washington County, Oregon, VS bevallen van [naam 5] . Mevrouw [naam 2] was ten tijde van de geboorte gehuwd met de heer [naam 2] . Op de geboorteakte van [naam 5] staat mevrouw [naam 2] als moeder en [verzoeker 2] als vader vermeld.
2.5.
[naam 3] en [naam 5] verblijven sinds hun geboorte bij verzoekers. [naam 3] staat sinds [geboortedatum 1] 2020 en [naam 5] sinds [geboortedatum 2] 2021 op het adres van verzoekers ingeschreven.
2.6.
Beide draagmoeders hebben verklaard, mevrouw [naam 1] bij affidavit van 7 april 2021 en mevrouw [naam 2] bij affidavit van 9 april 2021, dat het uit hen geboren kind in de toekomst van hen als moeder niets te verwachten heeft en dat zij geen bezwaar hebben tegen de verzochte adoptie van hun kind door verzoekers.
2.7.
[verzoeker 1] heeft de Nederlandse nationaliteit. [naam 3] heeft de Nederlandse en de Amerikaanse nationaliteit. [verzoeker 2] heeft de Franse nationaliteit en [naam 5] heeft de Franse en de Amerikaanse nationaliteit.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker 1] en [verzoeker 2] hebben de rechtbank verzocht:
- te verstaan dat [verzoeker 1] het eenhoofdig gezag heeft over [naam 3] en dat [verzoeker 2] het eenhoofdig gezag heeft over [naam 5] ;
- subsidiair te bepalen dat [verzoeker 1] het eenhoofdig gezag zal hebben over [naam 3] en dat [verzoeker 2] het eenhoofdig gezag zal hebben over [naam 5] ;
- de adoptie door [verzoeker 1] van [naam 5] uit te spreken en hierbij te verstaan dat de familierechtelijke betrekking tussen [verzoeker 2] en [naam 5] daarbij in stand blijft;
- de adoptie door [verzoeker 2] van [naam 3] uit te spreken en hierbij te verstaan dat de familierechtelijke betrekking tussen [verzoeker 1] en [naam 3] daarbij in stand blijft;
- de geboortegegevens van [naam 3] en [naam 5] vast te stellen op de wijze als verwoord in het verzoekschrift;
- de ambtenaar te gelasten om deze geboortegegevens, zoals in de te geven beschikking vastgesteld zoals verzocht, in te schrijven in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand;
- de ambtenaar te gelasten een latere vermelding van de genoemde adoptie van [naam 3] en [naam 5] door verzoekers toe te voegen aan de daarvoor in aanmerking komende aktes;
- in de beschikking op te nemen dat verzoekers na de adoptie het gezamenlijk gezag uitoefenen over voornoemde minderjarigen;
- bij aanvullend verzoek, indien de vaststelling van de geboortegegevens daarin niet voorziet, de voornamen van de minderjarigen te wijzigen van ‘ [naam 3] ’ naar ‘ [naam 3] ’ en van ‘ [naam 5] ’ naar ‘ [naam 5] ’.

4.Standpunt van de Raad

De Raad is van mening dat het in het belang van [naam 3] en [naam 5] is dat zij worden geadopteerd door respectievelijk [verzoeker 2] en [verzoeker 1] en dat de wensvaders beiden met het gezag over deze kinderen worden belast. De Raad heeft de verwachting, gezien het contact dat de wensvaders momenteel zelf met de eiceldonor en de draagmoeders onderhouden in het belang van de kinderen, dat zij de wens van de meisjes zullen ondersteunen wanneer deze zelfstandig contact / een band wensen op te bouwen met hun draagmoeder en/of de eiceldonor.
De Raad adviseert de verzoeken tot adoptie toe te wijzen.

5.Standpunt van de ambtenaar

5.1.
De ambtenaar heeft het volgende naar voren gebracht. Nu er in Nederland geen expliciete wetgeving bestaat met betrekking tot de erkenning van het verkrijgen van een kind in het buitenland door hoogtechnologisch draagmoederschap en de toetsing daarvan voorbehouden is aan de rechter, refereert de ambtenaar zich aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de toetsing in het kader van de openbare orde of het draagmoederschap zorgvuldig heeft plaatsgevonden. Tevens refereert de ambtenaar zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de verzochte adoptie en het gezag.
De ambtenaar is van mening dat de namen van de kinderen moeten worden vastgesteld als [naam 3] en [naam 5] , nu dit de namen zijn die in de geboorteakten zijn opgenomen. Hoewel verzoekers wellicht andere namen hebben beoogd, zijn die niet vastgelegd in de geboorteakten. Verzoekers kunnen hun verzoek aanvullen met een verzoek tot voornaamswijziging.
De ambtenaar is van mening dat de Amerikaanse geboorteakten van de kinderen niet kunnen worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, omdat daaruit niet blijkt op welke wijze het ouderschap (vaderschap) tot stand is gekomen. Vast staat dat de op de geboorteakten vermelde vader en moeder niet gehuwd waren ten tijde van de geboorten. De ambtenaar stelt daarom voor de geboortegegevens van [naam 3] vast te stellen met alleen vermelding van de moeder, mevrouw [naam 1] , en de geboortegegevens van [naam 5] vast te stellen met als ouders de heer en mevrouw [naam 2] . Als de rechtbank van oordeel is dat de uitspraken van de Amerikaanse Courts (met betrekking tot de gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap en/of de vaststelling van het vaderschap) voor erkenning in aanmerking komen zal hiervan een latere vermelding aan de op te maken akte worden toegevoegd. Deze gegevens dienen dan ook niet als zodanig te worden vastgesteld ex artikel 1:25c van het Burgerlijk Wetboek (BW). De ambtenaar verwijst in dit verband naar het arrest van het Hof Amsterdam van 21 december 2021, gepubliceerd onder nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:4203.

6.De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht
6.1.
Nu verzoekers kiezen voor de rechtsmacht van de rechtbank Amsterdam en wensen dat de zaak niet wordt verwezen naar de bevoegde rechtbank, acht de rechtbank zich bevoegd kennis te nemen van het onderhavige verzoek.
6.2.
Ingevolge artikel 10:105 BW is op de onderhavige verzoeken het Nederlandse recht van toepassing.
Erkenning van de uitspraken van de Amerikaanse Courts
6.3
Verzoekers stellen zich op het standpunt dat het vaderschap van [verzoeker 1] al is vastgesteld bij de uitspraak van het Circuit Court of the State of Wisconsin, Oneida County, VS, van 30 september 2020 en dat het vaderschap van [verzoeker 2] reeds is vastgesteld bij de uitspraak van het Circuit Court of the State of Oregon, County of Multnomah, VS, van 21 januari 2021. Zij zijn van mening dat deze uitspraken in Nederland moeten worden erkend. Verzoekers verwijzen in dit verband naar het standpunt van de Advocaat-Generaal (A-G) van de Hoge Raad (HR) van 8 februari 2022, gepubliceerd onder nummer ECLI:NL:PHR:2022:460, welk standpunt door de HR in zijn uitspraak van 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:685 is gevolgd.
6.4.
De A-G overweegt - voor zover hier van belang - dat: “(…) het draagmoederschap (met de juridische gevolgen) de aandacht van de wetgever heeft en dat de indiening van een wetsvoorstel op dit terrein in de nabije toekomst valt te verwachten. Bij deze stand van zaken acht ik het niet opportuun dat de Hoge Raad de prejudiciële vragen van de rechtbank Den Haag beantwoordt. Dit gaat de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten.” En “uit de door mij bestudeerde rechtspraak, óók van de rechtbank Den Haag, (volgt) een zekere consensus (…) dat buitenlandse geboorteakten en buitenlandse rechterlijke beslissingen waarin de afstammingsrechtelijke gevolgen zijn neergelegd ten aanzien van een door hoogtechnologisch draagmoederschap verwekt kind, in Nederland worden erkend wanneer voldaan is aan de door art. 10:100 BW resp. art. 10:101 BW gestelde eisen. In de geraadpleegde rechterlijke beslissingen is steeds geoordeeld dat geen sprake is van strijd met de openbare orde in de zin van art. 10:100 en 10:101 BW, wanneer de ontstaansgeschiedenis van het kind kan worden achterhaald. Ook de rechtbank Den Haag heeft diverse keren in deze zin beslist. De A-G ziet niet in “dat wanneer de rechter oordeelt dat de buitenlandse geboorteakte (in een geval van hoogtechnologisch draagmoederschap) op grond van art. 10:101 BW voor erkenning in Nederland in aanmerking komt, de inschrijving van zo’n akte in de registers van de burgerlijke stand op problemen zal stuiten.”
6.5.
De HR heeft het advies van de A-G gevolgd en in zijn uitspraak van 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:685 voorts overwogen dat, zolang een wettelijke regeling ontbreekt, (..) het aan de rechter is om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen, met inbegrip van de mogelijkheid om de beslissing op het verzoek aan te houden. Het staat de rechter vrij om bij de beantwoording van vragen over de erkenning van een buitenlandse rechterlijke beslissing of een buitenlandse akte waarbij afstammingsrechtelijke relaties zijn vastgesteld tussen het kind en de wensouders, overeenkomstige toepassing te geven aan de artikelen 10:100 en 10:101 BW.
6.6.
Nu een wettelijke regeling met betrekking tot (internationaal) draagmoederschap ontbreekt en gelet op voornoemd arrest van de HR, zal de rechtbank beoordelen of de beslissingen van de Amerikaanse Courts, met toepassing van de artikelen 10:100 en 10:101 BW kunnen worden erkend.
6.7.
De rechtbank ziet geen aanwijzingen dat sprake is van de in de artikelen 10:100 en 10:101 BW genoemde contra-indicaties voor erkenning van deze uitspraken. Beide kinderen zijn in de VS geboren uit Amerikaanse moeders, die woonachtig zijn in de VS, zodat er voldoende aanknoping is met de rechtssfeer van de VS. Er is geen sprake van een kennelijk niet behoorlijk onderzoek of kennelijk niet behoorlijke rechtspleging. Hoewel de onderliggende stukken voor die uitspraken niet aan de rechtbank ter beschikking staan kan uit de uitspraken worden afgeleid dat de Courts de medische verklaringen van dr. Wang met betrekking tot het biologisch vaderschap in hun oordeel bij de vaststelling van hun vaderschap hebben betrokken, dat er kennis is genomen van de tussen de betrokkenen gesloten overeenkomsten, alsmede de verklaringen van de draagmoeder en verzoeker in hun oordeel betrokken en geconstateerd dat de draagmoeders instemmen met de gedane verzoeken.
6.8.
Voorts acht de rechtbank de erkenning van die beslissingen, gelet op al hetgeen in deze beschikking is en wordt overwogen niet kennelijk onverenigbaar met de Nederlandse openbare orde. De rechtbank erkent dan ook deze uitspraken waarbij het vaderschap van verzoekers van hun kind reeds voor de geboorte is vastgesteld, het gezag van de (draag)moeders is beëindigd en verzoekers met het eenhoofdig gezag zijn belast.
Adoptie
6.9.
Er is sprake van Nederlandse adoptieverzoeken, waardoor de artikelen 1:227, 1:228 en 1:230 BW van toepassing zijn.
6.10.
De Raad heeft geadviseerd de familierechtelijke relatie tussen kinderen en de wensouders rechtens te erkennen en de verzoeken toe te wijzen.
6.11.
De rechtbank overweegt dat bij bovengenoemde uitspraken van de Amerikaanse Courts reeds vóór de geboorte is bepaald dat [verzoeker 1] de vader is van [naam 3] en dat [verzoeker 2] de vader is van [naam 5] . De rechtbank is van oordeel zoals hierboven overwogen dat deze uitspraken voor erkenning in aanmerking komen. Verder is bij deze uitspraken het gezag van de draagmoeders al beëindigd. Dit betekent dat in beide gevallen sprake is van adoptie door de partner van de ouder.
6.12.
De wensvaders wonen reeds 15 jaar samen. Voorts stelt de rechtbank vast dat inmiddels bij beide kinderen is voldaan aan de in artikel 1:228 onder f BW gestelde eis van gedurende tenminste een jaar gezamenlijk verzorgen en opvoeden van de minderjarigen. Bij de stukken bevinden zich verklaringen van de draagmoeders waarin zij aangeven te hebben ingestemd met het draagmoederschap, dat zij instemmen met en/of toestemming geven voor de adoptie en dat – kort gezegd – de kinderen niets van hen als moeder te verwachten zullen hebben. Beide draagmoeders zien ervan af om te worden betrokken in een Nederlandse gerechtelijke procedure. In de uitspraak van de Court van Oneida County staat vermeld dat mevrouw [naam 4] , die haar eicellen heeft gedoneerd, alle ouderlijke rechten heeft opgegeven in een overeenkomst gesloten met [verzoeker 1] en dat zij onder ede heeft ingestemd met de vaststelling van het Court dat zij niet de bedoelde of juridisch ouder is van [naam 3] . In de uitspraak van de Court van Multnomah County is de eiceldonor niet vermeld, maar is opgenomen dat de eicellen eigendom zijn van verzoekers. Gelet op de verklaring van dr. Wang van
7 april 2021 met betrekking tot het kind van [verzoeker 2] staat in voldoende mate vast dat mevrouw [naam 4] de eiceldonor was. De rechtbank gaat ervan uit dat mevrouw [naam 4] ook alle ouderlijke rechten ten aanzien van dit kind heeft opgegeven.
Aan de andere voorwaarden in de artikelen 1:227 en 1:228 BW is eveneens voldaan.
6.13.
De rechtbank is met de Raad van oordeel, conform de Staatscommissie Herijking ouderschap in haar rapport ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’ van 7 december 2016, dat het voor kinderen van groot belang is om te (kunnen) achterhalen uit wie zij zijn geboren, van wie zij genetisch afstammen en onder welke omstandigheden zij zijn ontstaan en geboren en dat kinderen daar ook recht op hebben. Een door de Staatscommissie geadviseerde draagmoederschapsregeling die dit recht zal waarborgen, ontbreekt op dit moment in Nederland. Niettemin gelden de uitgangspunten die het belang van het kind voorop hebben staan onverkort. De rechtbank stelt vast dat de identiteit van de draagmoeder van elk kind en de naam van de eiceldonor van beide kinderen bekend is. De wensvaders hebben meegedeeld dat zij de kinderen in de gelegenheid zullen stellen om desgewenst contact te hebben of een band op de bouwen met hun draagmoeder en/of eiceldonor. Gezien het contact dat de wensvaders momenteel zelf stellen te onderhouden met de eiceldonor en de draagmoeders, acht de rechtbank de verwachting gerechtvaardigd dat zij de wens van de kinderen zullen ondersteunen wanneer deze zelfstandig contact en/of een band wensen op te bouwen met hun draagmoeder en/of de eiceldonor. De uitspraken van de Amerikaanse Courts en deze adoptiebeschikking dragen er voorts eveneens aan bij dat [naam 3] en [naam 5] hun wordingsgeschiedenis kunnen achterhalen.
6.14.
De rechtbank zal de verzoeken tot adoptie toewijzen, omdat de adoptie in het kennelijk belang van de kinderen wordt geacht.
Vaststelling geboortegegevens
6.15.
De rechtbank overweegt dat de kinderen zijn geboren in de Verenigde Staten van Amerika.
Van beide kinderen is een Amerikaanse geboorteakte voorzien van de vereiste apostille overgelegd.
6.16.
De ambtenaar heeft zich op het standpunt gesteld dat deze geboorteakten niet kunnen worden ingeschreven in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand nu daaruit niet de wijze van afstamming van de vaders blijkt. De vaders, [verzoeker 1] en [verzoeker 2] , waren ten tijde van de geboorte niet met de (draag)moeders gehuwd. De op deze akten vermelde vaders zouden naar Nederlands recht niet als vaders worden aangemerkt. De uitspraken van de Amerikaanse Courts, waarin het vaderschap voor de geboorte van de kinderen is vastgesteld, kunnen niet van invloed zijn op het vaderschap ten tijde van de geboorte zoals dit naar Nederlands recht zou gelden. Die uitspraken moeten na de vaststelling van de geboortegegevens naar Nederlands recht als latere vermelding wordt toegevoegd, aldus de ambtenaar.
6.17.
De wensvaders hebben echter niet verzocht om inschrijving van de Amerikaanse geboorteakten, maar om vaststelling van de geboortegegevens van de kinderen als volgt:
Ten aanzien van [naam 3] :
Voornamen : [naam 3]
Geslachtsnaam : [verzoeker 1] - [verzoeker 2]
Geslacht : vrouwelijk,
Geboorteplaats : [geboorteplaats 1] , Marathon County, Wisconsin, VS.
Geboortedatum : [geboortedatum 1] 2020
Dochter van:
Voornaam moeder : [naam 1]
Achternaam moeder : [naam 1] ,
Geboortedatum moeder : [geboortedatum 3] 1986
Geboorteplaats moeder : te Wisconsin, VS
Voornaam vader : [verzoeker 1]
Achternaam vader : [verzoeker 1]
Geboortedatum vader : [geboortedatum 4] 1978
Geboorteplaats vader : [geboorteplaats 2]
Ten aanzien van [naam 5] :
Voornamen : [naam 5]
Geslachtsnaam : [verzoeker 1] - [verzoeker 2]
Geslacht : vrouwelijk,
Geboorteplaats : [geboorteplaats 1] , Oregon, VS.
Geboortedatum : [geboortedatum 2] 2021
Dochter van:
Voornaam moeder : [naam 2]
Achternaam moeder : [naam 2] ,
Geboortedatum moeder : [geboortedatum 5] 1984,
Geboorteplaats moeder : te Oregon, VS
Voornaam vader : [verzoeker 2]
Achternaam vader : [verzoeker 2]
Geboortedatum vader : [geboortedatum 6] 1972
Geboorteplaats vader : [geboorteplaats 3] , Frankrijk
6.18.
De rechtbank zal met toepassing van artikel 1:25c lid 1 en lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vaststellen.
Voor de vaststelling van wie de moeders zijn van de minderjarigen zal de rechtbank uitgaan van de gegevens van de moeders zoals deze in de Amerikaanse geboorteakten zijn opgenomen, nu dit in overeenstemming is met artikel 1:198 BW.
6.19.
Voorts moet worden beoordeeld of bij het vaststellen van de geboortegegevens de uitspraken van de Amerikaanse Courts kunnen worden betrokken, waarin het vaderschap van respectievelijk [verzoeker 1] en [verzoeker 2] voor de geboorte van de kinderen is vastgesteld, dan wel of van deze uitspraken een latere vermelding moet worden gemaakt op de geboorteaktes. De rechtbank heeft begrip voor het hierboven weergegeven standpunt van de ambtenaar. Indien een draagmoederschapstraject is gevolgd zijn de wensouders bij de geboorte van de baby naar Nederlands recht niet automatisch de juridische ouders van het kind. Wie de moeder is, is geregeld in artikel 1:198 BW, wie de vader is in artikel 1:199 BW. Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap vindt in Nederland met toepassing van artikel 1:200 dan wel 1:207 BW tot op heden niet voor de geboorte van een kind plaats. In de uitspraken van de Amerikaanse Courts is dat echter wel gebeurd.
6.20.
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in het geding gebrachte stukken voldoende aanwijzingen zijn verkregen om de geboortegegevens van de minderjarigen vast te stellen, inhoudende de namen van de minderjarigen, hun geslacht, de datum waarop zij zijn geboren en de personalia van de moeder uit wie zij zijn geboren en zal de geboortegegevens van [naam 3] en [naam 5] vaststellen conform uit de Amerikaanse geboorteakten van de kinderen - die immers zijn gebaseerd op de erkende uitspraken van de Amerikaanse Courts, dus zonder de verzochte accenten - en met betrekking tot de gegevens van de vaders, uit de van hen overgelegde geboorteakten.
Voornaamswijziging
6.21.
Voorts zal de rechtbank de verzoeken om voornaamswijziging op de voet van artikel 1:4 BW toewijzen.
Gezag
6.22.
Artikel 1:229 van het Burgerlijk Wetboek (BW) regelt de rechtsgevolgen van adoptie. Daarin is niets expliciet bepaald over het gezag.
6.23.
De rechtbank is van oordeel dat, nu verzoekers niet met elkaar zijn gehuwd en evenmin een geregistreerd partnerschap met elkaar zijn aangegaan, het ervoor moet worden gehouden dat na adoptie het gezag over [naam 3] indien er geen nadere voorziening wordt getroffen slechts berust bij verzoeker [verzoeker 1] en over [naam 5] bij verzoeker [verzoeker 2]
.Verzoekers wensen uitdrukkelijk gezamenlijk te worden bekleed met het gezag over beide kinderen. De rechtbank ziet in bovenstaande aanleiding om een beslissing te nemen omtrent het gezag. Analoog aan de regeling in de artikelen 1:253sa BW en 1:253t BW en nu dit in het belang van [naam 3] en [naam 5] wenselijk voorkomt, zal het verzoek worden toegewezen.
6.24.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat op grond van artikel 1:229 lid 3 BW de familierechtelijke betrekking tussen de geadopteerde en zijn ouder en diens bloedverwanten blijft bestaan, indien de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van die ouder de minderjarige adopteert.

7.De beslissing

De rechtbank:
Met betrekking tot [naam 3] :
- erkent de beslissingen van 30 september 2020 en van 23 november 2020 van het Circuit Court of the State of Wisconsin, Oneida County, voor zover daarbij het vaderschap van [verzoeker 1] van [naam 3] voor de geboorte is vastgesteld, het gezag van de draagmoeder is beëindigd en [verzoeker 1] met het eenhoofdig gezag is belast;
- verstaat dat verzoeker [verzoeker 1] belast is met het eenhoofdig gezag over [naam 3] [verzoeker 1] – [verzoeker 2] en verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
- stelt vast de geboortegegevens van [naam 3] :
Voornamen : [naam 3]
Geslachtsnaam : [verzoeker 1] - [verzoeker 2]
Geboorteplaats : [geboorteplaats 1] , Marathon County, Wisconsin, Verenigde Staten van Amerika
Geboortedatum : [geboortedatum 1] 2020
Geslacht : V (vrouwelijk)
Dochter van:
Voornaam moeder : [naam 1]
Achternaam moeder : [naam 1]
Geboortedatum moeder : [geboortedatum 3] 1988
Geboorteplaats moeder : te Wisconsin, Verenigde Staten van Amerika
Voornaam vader : [verzoeker 1]
Achternaam vader : [verzoeker 1]
Geboortedatum vader : [geboortedatum 4] 1978
Geboorteplaats vader : [geboorteplaats 2]
- spreekt uit de adoptie door:
[verzoeker 2],
geboren op [geboortedatum 6] 1973, te [geboorteplaats 3] , Frankrijk,
van de minderjarige:
[naam 3],
geboren op [geboortedatum 1] 2020 te [geboorteplaats 1] , Marathon County, Wisconsin, Verenigde Staten van Amerika;
- verstaat dat de familierechtelijke betrekking met de andere ouder, zijnde verzoeker [verzoeker 1] in stand blijft en verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
- stelt vast dat de verklaring van verzoekers luidt dat de minderjarige [naam 3] de geslachtsnaam van beide verzoekers [verzoeker 1] - [verzoeker 2] zal dragen;
- gelast de wijziging van de voornaam: [naam 3] in de voornamen: [naam 3] ;
Met betrekking tot [naam 5]
- erkent de beslissing van het Circuit Court of the State of Oregon, County of Multnomah, VS, van 21 januari 2021, voor zover daarbij het vaderschap van [verzoeker 2] van [naam 5] voor de geboorte is vastgesteld, het gezag van de draagmoeder is beëindigd en [verzoeker 2] met het eenhoofdig gezag is belast;
- verstaat dat verzoeker [verzoeker 2] belast is met het eenhoofdig gezag over [naam 5] [verzoeker 1] – [verzoeker 2] en verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
- stelt vast de geboortegegevens van [naam 5] :
Voornamen : [naam 5]
Geslachtsnaam : [verzoeker 1] - [verzoeker 2]
Geboorteplaats : [geboorteplaats 1] , Oregon, Verenigde Staten van Amerika
Geboortedatum : [geboortedatum 2] 2021
Geslacht : V (vrouwelijk)
Dochter van:
Voornaam moeder : [naam 2]
Achternaam moeder : [naam 2]
Geboortedatum moeder : [geboortedatum 5] 1984
Geboorteplaats moeder : te Oregon, Verenigde Staten van Amerika
Voornaam vader : [verzoeker 2]
Achternaam vader : [verzoeker 2]
Geboortedatum vader : [geboortedatum 6] 1972
Geboorteplaats vader : [geboorteplaats 3] , Frankrijk
- spreekt uit de adoptie door:
[verzoeker 1],
geboren [geboortedatum 4] 1978 te [geboorteplaats 2] ,
van de minderjarige:
[naam 5],
geboren op [geboortedatum 2] 2021 te [geboorteplaats 1] , Oregon, Verenigde Staten van Amerika;
- verstaat dat de familierechtelijke betrekking met de andere ouder, zijnde verzoeker [verzoeker 2] in stand blijft;
-stelt vast dat de verklaring van verzoekers luidt dat de minderjarige [naam 5] de geslachtsnaam van beide verzoekers, te weten [verzoeker 1] - [verzoeker 2] zal dragen;
- gelast de wijziging van de voornaam: [naam 5] in de voornamen: [naam 5] ;
- bepaalt dat vanaf heden verzoekers gezamenlijk het gezag met betrekking tot voornoemde minderjarigen zullen uitoefenen;
- gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’sGravenhage een latere vermelding van de adopties aan de daarvoor in aanmerking komende akten toe te voegen;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. P.B. Martens, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. I.H.H. Krajenbrink, griffier, op 24 augustus 2022. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).