Uitspraak
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/719899 / KG ZA 22-605 HH/MvG
Vonnis in kort geding van 19 augustus 2022
in de zaak van
de vennootschap naar het recht van Malta
MR. GREEN LIMITED,
gevestigd te Sliema (Malta),
eiseres bij dagvaarding van 29 juli 2022,
advocaten mr. A. Das Gupta en mr. R. Teitler te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
woonplaats gekozen hebbende te [domicile] ,
gedaagde,
advocaten mr. B. Sujecki en mr. A.J. Gieske te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Green Limited en [gedaagde] worden genoemd.
1.De procedure
1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 8 augustus 2022 heeft Green Limited de vorderingen toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Partijen hebben producties en een pleitnotitie in het geding gebracht. Vonnis is bepaald op heden.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- aan de zijde van Green Limited: mr. Teitler,
- aan de zijde van [gedaagde] : mr. Sujecki en mr. Gieske.
1.3.
Ter zitting hebben beide partijen verwezen naar een brief van 13 juni 2022 van mr. J.B.R. Regouw, advocaat van Adyen N.V. Op verzoek van de voorzieningenrechter en met instemming van mr. Teitler, heeft mr. Sujecki die brief aan de griffie ge-e-maild en is deze aan het procesdossier toegevoegd.
2.De feiten
2.1.
Green Limited is een in Malta gevestigde aanbieder van online kansspelen. [gedaagde] is een in Oostenrijk wonende particulier die gebruik heeft gemaakt van de online kansspeldiensten van Green Limited.
2.2.
Bij vonnis van het Landesgericht Linz (Oostenrijk) van 6 augustus 2021 is Green Limited veroordeeld om aan [gedaagde] een bedrag van € 32.368,00 vermeerderd met een rente van 4% vanaf 15 januari 2021 te betalen, alsmede een bedrag van € 7.103,36 aan proceskosten.
2.3.
Bij uitspraak van het Oberlandesgericht Linz van 11 november 2021 is het door Green Limited ingestelde hoger beroep afgewezen en is zij veroordeeld tot betaling aan [gedaagde] van een bedrag van € 2.832,72 aan proceskosten.
2.4.
[gedaagde] beschikt ten aanzien van beide uitspraken over een certificaat ex artikel 53 EU Verordening Brussel-1 Bis (hierna: EEX-Vo).
2.5.
De uitspraken zijn in kracht van gewijsde gegaan. Green Limited onderzoekt nog wel de mogelijkheid om in Oostenrijk een buitengewoon rechtsmiddel in te stellen.
2.6.
[gedaagde] heeft op 20 mei 2022 ten laste van Green Limited executoriaal derdenbeslag gelegd onder Adyen N.V., een betaaldienstverlener. In het beslagexploot is de vordering (inclusief rente en kosten) van [gedaagde] op Green Limited begroot op € 41.478,10.
2.7.
Bij e-mail van 25 mei 2022 heeft Adyen een zogenoemde derdenverklaring afgelegd. Adyen verklaart daarin dat Green Limited een conditionele vordering heeft op Adyen en dat zij nu of in de toekomst op grond van een of meer nu bestaande overeenkomsten of verplichtingen aan Green Limited een bedrag verschuldigd is van € 116.118,00. Deze verklaring is verduidelijkt bij brief van de advocaat van Adyen van 13 juni 2022, waarin staat dat tussen Adyen en Green Limited een rechtsverhouding bestaat op grond waarvan laatstgenoemde nu of in de toekomst mogelijk iets te vorderen zal hebben, te weten betaling van een geldsom, maar dat een dergelijke vordering niet vatbaar is voor beslag en executie in Nederland.
2.8.
Op verzoek van [gedaagde] zijn beide certificaten ex artikel 53 EEX-Vo op 17 juni 2022 aan Green Limited betekend.
3.Het geschil
3.1.
Green Limited vordert:
I. het door [gedaagde] ten laste van Green Limited onder Adyen gelegde executoriale beslag op te heffen en hem te bevelen de bij Adyen voorgenomen en ingezette executie te staken;
II. [gedaagde] te bevelen de executie aan te houden zolang de wachttermijn van twee maanden conform artikel 9 Uitvoeringswet EEX-Vo niet is verstreken;
III. te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Green Limited stelt hiertoe, voor zover voor de beoordeling van belang, het volgende. De gelden waarop door [gedaagde] onder Adyen beslag is gelegd, komen niet toe aan Green Limited, maar aan de spelers van Green Limited. Op grond van Maltese kansspelwetgeving dient de spelerskredietrekening gescheiden te blijven van de operationele rekeningen van kansspelaanbieders als Green Limited. De spelersgelden worden door Adyen gestort op de kwaliteitsrekening van Green Limited. Dit is een rekening om gelden te beheren die toekomen aan derden. Green Limited heeft geen aanspraak op de gelden die spelers houden in hun online spelersaccount. De spelers kunnen deze gelden inzetten bij deelname aan een online kansspel, hun winsten worden daarop bijgeschreven, en zij kunnen ook, zolang zij het geld niet hebben uitgegeven, op ieder moment aanspraak maken op restitutie van hun geld. In geval van insolventie maken deze gelden geen deel uit van de boedel. Nu de gelden op de kwaliteitsrekening van Green Limited uitsluitend de spelers toebehoren, is dat uiteraard ook het geval als die gelden nog op de rekening van Adyen staan. Dit betekent dat Adyen de (beslagen) gelden die zij van de spelers van Green Limited onder zich heeft, houdt voor die spelers en niet voor Green Limited. Een derde met een vordering op Green Limited, in dit geval [gedaagde] , kan zich daar niet op verhalen.
3.3.
[gedaagde] heeft, voor zover voor de beoordeling van belang, als volgt verweer gevoerd. [gedaagde] stelt dat de gelden bij Adyen toekomen aan Green Limited. Tussen Green Limited en Adyen bestaat een contractuele relatie op grond waarvan Adyen aan Green Limited betaaldiensten levert. Adyen levert geen diensten aan de spelers van Green Limited en tussen hen bestaat ook geen contractuele relatie. Green Limited bepaalt op welke rekening Adyen de gelden moet uitbetalen. Dit brengt met zich dat de gelden die Adyen onder zich houdt aan Green Limited verschuldigd zijn. Het beslag is gelegd op vermogensbestanddelen van Green Limited die dus vatbaar zijn voor beslag.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.De beoordeling
4.1.
De uitspraken van de rechter in Oostenrijk (met certificaat artikel 53 EEX-Vo) brengen een executoriale titel voor [gedaagde] met zich. Omdat hij, door beslaglegging onder Adyen, gevestigd te Amsterdam, deze titels ten uitvoer heeft gelegd in Nederland, is de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam op grond van artikel 24 lid 5 EEX-Vo bevoegd om kennis te nemen van de vordering van Green Limited.
4.2.
Green Limited heeft onbetwist gesteld dat de manier waarop een speler geld kan storten op zijn of haar online spelersaccount bij Green Limited als volgt is. De speler klikt in de online omgeving van zijn spelersaccount op een link om geld te storten. Het bedrag dat de speler wil storten wordt geïnd van de bankrekening van de speler door Klarna, een betaaldienstverlener. Het geld wordt vervolgens door Adyen bij Klarna opgehaald en Adyen stort vervolgens (dagelijks) het geld op een zogenaamde kwaliteitsrekening van Green Limited in Malta. Volgens Green Limited blijven in deze ‘betaalketen’ de spelers steeds de rechthebbende op het geld. [gedaagde] heeft niet betwist dat als het geld van de spelers eenmaal op hun online spelersaccount staat (lees: de kwaliteitsrekening van Green Limited), het geld toekomt aan de spelers. De vraag die voorligt is of het geld voor de (korte) periode dat het bij Adyen staat toekomt aan Green Limited of dat ook dan de spelers die het geld overmaken naar hun spelersaccount rechthebbende zijn.
4.3.
In de relatie met de spelers handelt Green Limited als lasthebber bij het innen van de gelden, waarbij Green Limited tegenover de Maltese bank bij uitsluiting bevoegd is tot het beheer en de beschikking over de kwaliteitsrekening. Dit naar analogie van arresten van de Hoge Raad van 12 januari 2001 (ECLI:NL:HR:2001:AA9441 – t.a.v. de kwaliteitsrekening van notarissen) en van 13 juni 2003, (ECLI:NL:HR:2003:AF3413 – t.a.v. kwaliteitsrekeningen van advocaten en accountants). Niet valt in te zien dat Green Limited ook in de relatie met Adyen niet als lasthebber van de spelers optreedt en in dat kader de faciliteiten schept om de spelers in staat te stellen hun gelden eenvoudig over te maken naar hun spelersaccount. Daarbij past niet dat de gelden voor de korte duur (1 dag) dat deze bij Adyen staan ineens tot het vermogen van de lasthebber gaan behoren.
4.4.
Dit betekent dat de gelden die bij Adyen beslagen zijn niet van Green Limited zijn en het beslag dus niet kleeft. Bij die constatering hoeven de stellingen van Green Limited dat de vermeende vordering van Green Limited op Adyen niet vatbaar is voor een beslag in Nederland, omdat die vermeende vordering is gelokaliseerd in Malta en dat een executoriaal beslag onder het Maltese recht niet wordt erkend geen bespreking meer.
4.5.
[gedaagde] heeft voorts aangevoerd dat zijn belang dient te prevaleren boven het belang van Green Limited bij opheffing van het beslag. Het bedrag dat bij Adyen staat is immers het enige vermogensbestanddeel waar [gedaagde] executoriaal beslag op kan leggen. Green Limited maakt het derden volstrekt onmogelijk om te achterhalen waar haar vermogen zich bevindt. Het belang van [gedaagde] is dan ook groot, want er is geen andere manier waarop hij zijn vordering kan innen, aldus [gedaagde] . Voor een belangenafweging is echter in dit geval geen plaats. De vermogensbestanddelen waar beslag op is gelegd zijn immers niet van Green Limited, waardoor het beslag niet kleeft.
4.6.
Voor zover vereist wordt het beslag door de voorzieningenrechter opgeheven. Bij een bevel aan [gedaagde] om de door hem voorgenomen en ingezette executie bij Adyen te staken heeft Green Limited dan geen belang meer, zodat dat deel van de vordering onder 3.1 onder I zal worden afgewezen.
4.7.
Op grond van artikel 9 lid 2 Uitvoeringswet EEX-Vo kan [gedaagde] de executoriale titel(s) waarover hij beschikt pas ten uitvoer leggen jegens Green Limited twee maanden nadat de certificaten ex artikel 53 EEX-Vo aan Green Limited zijn betekend. [gedaagde] heeft de certificaten op 17 juni 2022 aan Green Limited laten betekenen. Dit betekent dat [gedaagde] de executoriale titels vanaf 18 augustus 2022 jegens Green Limited ten uitvoer mag leggen. Dit brengt mee dat Green Limited geen belang heeft bij haar vordering onder 3.1 onder II, omdat op de dag waarop dit vonnis wordt gewezen, deze termijn reeds is verstreken.
4.8.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] in de proceskosten worden veroordeeld, tot op heden aan de zijde van Green Limited begroot op € 125,03 aan kosten dagvaarding, € 676,00 aan griffierecht en € 1.016,00 aan salaris advocaat.
5.De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
heft op het door [gedaagde] ten laste van Green Limited onder Adyen gelegde executoriale derdenbeslag,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Green Limited begroot op € 1.817,03, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf acht dagen na de datum van dit vonnis, tot aan de voldoening,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2022. [1]