In deze huurzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan over de vordering van TVHG Budget Amsterdam II B.V. (hierna: TVHG) tegen FS NL Property 2 B.V. (hierna: FS) met betrekking tot huurkorting als gevolg van de coronamaatregelen. TVHG, exploitant van twee hotels in Amsterdam, verzocht om huurkorting vanwege de coronacrisis, waarbij de berekening van de huurkorting diende te geschieden volgens de vastelastenmethode, zoals eerder vastgesteld door de Hoge Raad in zijn arrest van 24 december 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1974).
In het tussenvonnis van 21 april 2022 werd vastgesteld dat de coronamaatregelen een onvoorziene omstandigheid vormden, waardoor TVHG recht had op huurprijsvermindering. De kantonrechter oordeelde dat het nadeel, veroorzaakt door het wegblijven van publiek, gelijk tussen partijen moest worden verdeeld. TVHG presenteerde een berekening van de huurprijsvermindering van € 3.579.905 voor de periode van maart 2020 tot en met april 2022, terwijl FS een lager bedrag van € 3.465.124 voorstelde. De kantonrechter volgde de berekening van FS, omdat deze gebaseerd was op het totale omzetverlies van beide hotels, in plaats van per hotel.
De kantonrechter oordeelde verder dat de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) op basis van het aantal kamers per hotel moest worden verdeeld en dat TVHG niet verplicht was om een claim in te dienen bij haar verzekeraar voor schade door de coronamaatregelen. Uiteindelijk werd FS veroordeeld tot betaling van € 3.465.124 aan TVHG, vermeerderd met wettelijke rente, en werden de proceskosten gecompenseerd. Dit vonnis benadrukt de impact van de coronamaatregelen op de hotelbranche en de noodzaak voor een eerlijke verdeling van de huurprijsvermindering.