3.1Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Zowel de aan het verzamelvonnis ten grondslag liggende vonnissen, waarbij onherroepelijk uitspraak is gedaan over de schuld van de opgeëiste persoon, op grond waarvan hem vrijheidsstraffen zijn opgelegd, als het verzamelvonnis waarbij de duur van de straffen is gewijzigd en waarbij de bevoegde rechterlijke autoriteit over een beoordelingsmarge heeft beschikt, moeten worden getoetst aan artikel 12 OLW.
Ten aanzien van het verzamelvonnis met referentieII K 681/19van 6 augustus 2020
De rechtbank stelt aan de hand van het EAB vast dat de opgeëiste persoon niet in persoon is verschenen bij de procedure die tot het verzamelvonnis van 6 augustus 2020 heeft geleid, en dat zich geen van de in artikel 12, sub a tot en met d, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan. Gelet daarop kan de overlevering ex artikel 12 OLW worden geweigerd.
Ten aanzien van het vonnis met referentieII K 69/17van 28 april 2017
Uit de aanvullende informatie van 10 juni 2022 en de verklaring van de opgeëiste persoon bij zijn voorgeleiding bij de Nederlandse officier van justitie blijkt dat hij op een van de zittingen aanwezig was. Voor zover de zaak op die zitting niet inhoudelijk, ten gronde is behandeld, geldt dat zich geen van de in artikel 12, sub a tot en met d, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan. Gelet daarop kan de overlevering ex artikel 12 OLW worden geweigerd.
Ten aanzien van het vonnis met referentie II K 798/17 23 april 2018
De rechtbank stelt aan de hand van de aanvullende informatie van 10 juni 2022 vast dat de opgeëiste persoon niet in persoon is verschenen bij de procedure die tot het vonnis van 23 april 2018 heeft geleid, en dat zich geen van de in artikel 12, sub a tot en met d, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan. Gelet daarop kan de overlevering ex artikel 12 OLW worden geweigerd.
Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft de in het EAB en de aanvullende informatie beschreven gang van zaken als juist erkend en een in algemene zin geformuleerd beroep op artikel 12 OLW gedaan en verzocht om de overlevering te weigeren.
Standpunt van de officier van justitie
De overlevering dient te worden toegestaan. De opgeëiste persoon is namelijk aanwezig geweest op de zitting in een van de aan het verzamelvonnis ten grondslag liggende vonnissen. Ten aanzien van het andere onderliggende vonnis en het verzamelvonnis heeft de opgeëiste persoon zijn verdedigingsrechten prijsgegeven. Hij is namelijk geïnstrueerd over zijn rechten en verplichtingen en de consequenties van een verzuim om zijn huidige adres voor betekening door te geven.
De rechtbank ziet aanleiding om af te zien van haar bevoegdheid om de overlevering op grond van artikel 12 OLW te weigeren om de volgende redenen.
In de aanvullende informatie van 10 juni 2022 is vermeld dat de opgeëiste persoon, ten aanzien van de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht, is gehoord als verdachte. Tijdens dit verhoor is hij geïnstrueerd over zijn rechten en verplichtingen alsmede over de consequenties van een verzuim om zijn huidige adres voor betekening door te geven. Het EAB vermeldt verder onder rubriek D), met een verwijzing naar artikel 139 van de Poolse
Code of Criminal Procedure,dat die instructies eveneens gelden voor het verzamelvonnis.
De opgeëiste persoon is er dus van op de hoogte gesteld dat hij op het door hem opgegeven adres bereikbaar voor de Poolse justitiële autoriteiten moest zijn alsmede dat hij een eventuele adreswijziging aan de justitiële autoriteiten moest doorgeven. Tevens is hem meegedeeld dat de dagvaarding die op het door hem opgegeven adres wordt uitgereikt als correct betekend wordt aangemerkt. Verder blijkt ook dat de oproepingen voor de zitting voorafgaand aan het vonnis van 23 april 2018 en het verzamelvonnis van 6 augustus 2020 zijn verstuurd naar het adres dat de opgeëiste persoon zelf tijdens de voorbereidende procedures heeft opgegeven. Overlevering houdt daarom naar het oordeel van de rechtbank geen schending van de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon in omdat, zo hij al niet uit eigen beweging stilzwijgend afstand heeft gedaan van zijn recht om in persoon te verschijnen bij het proces, hij op zijn minst kennelijk onzorgvuldig is geweest met betrekking tot zijn bereikbaarheid voor officiële correspondentie.