Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
[benadeelde partij 1] en haar raadsvrouw mr. S. Bijl naar voren hebben gebracht, en van wat mr. J.J.J. Broekhuizen namens de benadeelde partij [benadeelde partij 2] naar voren heeft gebracht.
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
ik heb een ander model geklaard (klinkt als), snap je
ik heb wel geschoten daar weet je[naam vriendin] :
mmmm jajaja[verdachte] :
je weet toch, dus ja, de eerst volgende zitting ga ik het gewoon zeggen, ik heb in de lucht geschoten, je weet toch... zag iedereen wegrennen....Eindstand... Het ging zo snel...[verdachte] :
Ntv.... Deze man ligt daar... dood (klinkt als) ...ntv... je weet toch[verdachte] :
dan ga ik ze gewoon zeggen waar die pijp is enzo.... Ntv
‘Broer’
‘Iemand’
‘Breng’
‘Aub’
‘Ahhahahahahahahahahhahahah’
‘Pijp’
‘Ahhahahaha’
‘Na hier’
‘Aub’
‘Doe niet druk’
‘Breng gwn’
‘ [bijnaam] ’
‘Connect vrouw’
‘Yo’
‘Sa no more’
‘Haal een p bij der’
‘Kraaie’
‘Zeg der nu laat ze me baaren’
‘Veel praters broer’
‘Gelijk straffen’
‘Geregeld of?’
‘Yoo’
‘Ben allang geen kleine meer’
‘Lees nu pas’
‘Geregeld’
‘Of’
‘???!?’
‘Maken jullie gewn zorgen’
‘ [bijnaam] kom na hier’
‘ [bijnaam] regel die ding gwn’
‘Miet’
‘Ik’
‘Het’
‘Halen’
‘Veel gedronken ook’
‘Dit vind ik lekker’
‘Kijken jullie maaarrr’
‘Als t maar snel hier is’
‘Moet’
‘Ik’
‘Het’
‘Halen’
‘Of niet’
‘Zeg gewoon ja’
‘Ai ik race nu’
‘Ah bro jij moet niet drukken papi veel te verliezen broski’
‘desnoods word iemand gepayt’
‘Maar niet jij broski’
‘Vrouw neemt niet op’
‘Nee joh gekkie maak je niet druk broer’
‘Ik ben smart’
‘Geen whip’
‘Uhm [bijnaam] ’
‘Ik probeerde der oo al te bellen’
‘Waar van kraaie ben j bro’
‘2 min’
‘Nog niks he ???’
‘No’
‘Nee man’
‘Broers’
‘Alsjeblieft’
‘Snel’
‘Ik smeek jullie man’
‘Breng gwn / [bijnaam] / Connect vrouw’. ‘ [bijnaam] ’ is de bijnaam van [medeverdachte 1] . [naam vriendin] is de vriendin van verdachte. [medeverdachte 1] moet dus kennelijk van verdachte contact opnemen met [naam vriendin] . [medeverdachte 1] reageert hierop met het bericht:
‘Sa(y) no more’. Vervolgens schrijft verdachte om 22.56 uur:
‘Haal een p bij der / Kraaie / Zeg der nu laat ze me baaren’.De moeder van [naam vriendin] woont aan de [adres] , die zich in de wijk Kraaiennest bevindt. Om 22.58 uur zegt [medeverdachte 1] in de groepschat:
‘ [bijnaam] kom na hier’. Met ‘ [bijnaam] ’ wordt [medeverdachte 2] bedoeld. Om 22.59 uur antwoordt [medeverdachte 2] :
‘Ai ik race nu’.Om 23.20 uur stuurt verdachte in de groepschat berichten waarin hij de anderen smeekt om snel te zijn. [medeverdachte 2] haalt [medeverdachte 1] op en rijdt met hem naar Amsterdam Zuidoost, waar [medeverdachte 2] naar eigen zeggen een tussenstop maakt. Daar halen ze [medeverdachte 3] op. Vervolgens rijden ze door naar de Kousenbandstraat, waar ze een vuurwapen ophalen. Daarna rijden ze naar het feestje aan de [adres] , waar verdachte en [medeverdachte 1] elkaar buiten ontmoeten.
“Ik heb wel geschoten daar weet je”.Tot slot blijkt uit camerabeelden dat NN1 iets in zijn rechterjaszak stopt, terwijl in de rechterjaszak van verdachte schotresten zijn gevonden.
‘Breng die waggie’naar [medeverdachte 2] wordt verzonden. Opvallend is ook dat NN1 na het verzenden van dit bericht omkijkt, zo te zien in de richting van NN4.
‘Breng die waggie’zijn telefoon gebruikte. Dat niet te zien is dat NN2 of NN3 op dat moment hun telefoon gebruiken, betekent echter niet per definitie dat zij hun telefoon niet hebben gebruikt.
(‘Kom na daar met [bijnaam] ens’).is meegereden naar het feestje, waar verdachte wachtte op het wapen.
‘Rij je na mij’,waarop [medeverdachte 2] (om 23.02 uur) bevestigend reageerde.
‘Broer / Iemand / Breng / Aub / Pijp / Na hier’.In zijn verhoor van 22 april 2021 bij de politie heeft verdachte verklaard dat een ‘pijp’ een vuurwapen is. Daarnaast is algemeen bekend dat met het woord ‘pijp’ in straattaal een vuurwapen wordt bedoeld.
‘Connect vrouw / Haal een p bij der’. Gelet op het korte tijdsbestek tussen de berichten over de ‘pijp’ en de ‘p’ en het feit dat beide berichten afkomstig zijn van verdachte, gaat de rechtbank ervan uit dat met ‘p’ een vuurwapen werd bedoeld en dat dit ook duidelijk was voor de deelnemers aan de groepschat, onder wie [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] .
‘Ah bro jij moet niet drukken papi veel te verliezen broski’.
‘Kijken jullie maaarrr / Als t maar snel hier is’.Hierop vraagt ‘ [naam account] ’ nogmaals of hij het moet halen.
‘Broers / Alsjeblieft / Snel / Ik smeek jullie man’.Hierop stuurt [medeverdachte 1] om 23.22 uur het volgende 1-op-1-bericht naar (de onbekend gebleven gebruiker van) het account ‘ [naam account] ’:
‘Eeey / Ga naar daar / Nu / Die man heeft gezeik!!!!’.De mogelijkheid bestaat dat ‘ [naam account] ’ het vuurwapen heeft gebracht waarmee [slachtoffer] is neergeschoten.
‘Waaar s die [naam 7] van p’.De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 1] op dat moment in elk geval nog niet beschikte over een vuurwapen, als wordt aangenomen dat het ook hier over een vuurwapen gaat.
“Ik heb een ander model geklaard (klinkt als), snap je”. Dit zegt hij vlak voordat hij tegen haar zegt:
“Ik heb wel geschoten daar weet je (…)”. Uit de tekst ‘ik heb een ander model geklaard’ leidt de rechtbank – gelet op de context van het gesprek – af dat verdachte hiermee mogelijk bedoelt te zeggen dat hij met een ander vuurwapen heeft geschoten dan het vuurwapen dat hij eerst voor ogen had, namelijk het vuurwapen dat hij mogelijk bij [naam vriendin] thuis op het adres aan de Kousebandstraat bewaarde, en waar [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] die avond naar op zoek waren.
extreem veel waarschijnlijkerwanneer er schotresten aanwezig zijn, dan wanneer er geen schotresten aanwezig zijn. Het NFI heeft daarbij nog opgemerkt dat de bemonsteringen van de handen van verdachte gedeeltelijk (circa 57%) zijn gemeten en in werkelijkheid zeer waarschijnlijk meer dan 156 PbBaSb-deeltjes bevatten.
zeer veel waarschijnlijkerwanneer er wel schotresten aanwezig zijn dan wanneer er geen schotresten aanwezig zijn.
4.Bewezenverklaring
feit 1
voorhanden heeft gehad.
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Beslag
9.Vorderingen van de benadeelde partijen
10.Vordering tot tenuitvoerlegging
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
doodslag;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II of een vuurwapen van categorie III
[verdachte], daarvoor strafbaar.
onvoorwaardelijke gevangenisstrafvoor de duur van
€ 32.513,49(tweeëndertigduizend vijfhonderd dertien euro en negenenveertig cent) (materiële schade € 15.013,49, affectieschade € 17.500,-), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 18 november 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 17.828,14(zeventienduizend achthonderd achtentwintig euro en veertien cent) (materiële schade € 328,14, affectieschade € 17.500,-), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 18 november 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 17.500,00(zeventienduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 18 november 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van maximaal 122 dagen.
gevangenisstraf van 2 (twee) weken.