Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde sub 5],
1.De procedure
2.De feiten
[functie] .
[functie]van [gedaagde sub 2] (de rechtbank en partijen begrijpen: [gedaagde sub 2] ), aan Akarteks verstuurd waarin wordt gewezen op een persbericht in de bijlage. Dit persbericht luidt - voor zover hier relevant - als volgt:
Nieuwe eigenaar
PLEASE EMAIL YOUR INVOICES TO THE SPECIFIED EMAIL ADDRES PER BRAND AS GIVEN BELOW:
proforma invoicevan 12 oktober 2020 ter waarde van € 448.149,75 verstuurd aan [vennootschap 2] en [gedaagde sub 1] (hierna: factuur 3).
3.Het geschil
in conventie
.Zij betwisten dat [betrokkene] of [betrokkene 2] bevoegd waren en/ of de opdracht hadden gekregen om namens [gedaagde sub 1] overeenkomsten te sluiten althans dat Akarteks daar gerechtvaardigd op mocht vertrouwen.
4.De beoordeling
koopovereenkomst
vertegenwoordiging
onrechtmatige daad
[functie]van [gedaagde sub 2] een persbericht aan Akarteks toegestuurd, waarin namens [gedaagde sub 2] onder meer wordt gecommuniceerd:
toekomstigeverplichtingen uit de overeenkomst zoals bedoeld in artikel 72 lid 1 van het Weens Koopverdrag. Akarteks is daarom bevoegd de overeenkomst voor dat deel, te weten de verplichtingen met betrekking tot het produceren en leveren van nieuwe goederen, gedeeltelijk te ontbinden, met dien verstande dat artikel 26 van het Weens Koopverdrag bepaalt dat een verklaring van ontbinding uitsluitend geldig is indien zij geschiedt door middel van een kennisgeving aan de andere partij. Die verklaring is vormvrij, en hebben partijen in deze procedure over en weer aan elkaar gedaan. Een en ander betekent dat de rechtbank de overeenkomst op de door Akarteks voorgestane wijze gedeeltelijk zal ontbinden.
€ 3.540,- (2 punten, tarief V)