Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parket Gespecialiseerde Interregionale Jurisdictie JIRS van de Rechtbank te Bordeaux(Frankrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Gespecialiseerde Interregionale Jurisdictie JIRS van Bordeaux(Frankrijk).
4.Strafbaarheid
5.Onschuldverweer
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
Vice-prosecutorin Bordeaux heeft op 5 april 2022 heeft de volgende garantie gegeven:
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het onderzoek is aangevangen in Frankrijk;
- medeverdachten worden in Frankrijk vervolgd;
- de drugs zijn in Frankrijk in beslag genomen;
- de Franse rechtsorde is geschaad;
- het strafdossier en het bewijs bevinden zich in Frankrijk en
- het Nederlandse Openbaar Ministerie is niet voornemens de strafvervolging over te nemen.
- aan de regeling van het EAB ten grondslag ligt dat overlevering de hoofdregel is en toepassing van een facultatieve weigeringsgrond de uitzondering dient te zijn;
- de weigeringsgrond ertoe strekt te voorkomen dat Nederland zou moeten meewerken aan overlevering voor een zogenoemd lijstfeit dat geheel of ten dele in Nederland is gepleegd en dat hier niet strafbaar is of hier niet pleegt te worden vervolgd.
8.Evenredigheid
9.Artikel 11 OLW: Franse detentieomstandigheden
Vice-prosecutorin Bordeaux laten weten dat de opgeëiste persoon niet in de detentie-instelling in Nîmes wordt gedetineerd.
10.Slotsom
11.Toepasselijke wetsartikelen
12.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Parket Gespecialiseerde Interregionale Jurisdictie JIRS van de Rechtbank te Bordeaux(Frankrijk) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.