Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 april 2022 in de zaken tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser (gemachtigde: mr. J. Monster),
en
(gemachtigden: mr. J.H.A. van der Grinten en mr. J.C. Nab).
Procesverloop
Overwegingen
Bewaarhavensteiger aan de [adres] (AMS 19/6766)
Intrekkingsbesluit uit 1996 (AMS 19/6765)
Afwijzing aanvraag ligplaats [adres] (AMS 20/5274)
Vergoeding griffierecht en proceskosten
Beslissing
- voor zover dat ziet op de vergunningaanvraag, niet-ontvankelijk;
- voor zover dat ziet op de bestuursrechtelijke sancties alsmede het invorderingsbesluit, gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit I;
- herroept de primaire besluiten I, III en IV;
- bepaalt dat de uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit I;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 174,- aan eiser dient te betalen;
- veroordeelt verweerder in de kosten van eiser van deze procedure tot een bedrag van € 3.036,-.
- gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit III;
- draagt verweerder op binnen zes weken na het verzenden van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 174,- aan eiser dient te betalen;
- veroordeelt verweerder in de kosten van eiser van deze procedure tot een bedrag van € 1.518,-, te betalen aan eiser.