Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
District Prosecutor’s Office Svilgenrad(Bulgarije) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
ruling no. 267/30.07.2019door de
District Court Haskovo(referentie: 427/2019).
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
5.Strafbaarheid
6.Artikel 11 OLW: Bulgaarse detentieomstandigheden
Public statementvan het
European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(CPT) van 26 maart 2015 geoordeeld dat in het algemeen een reëel gevaar bestaat dat personen die in Bulgarije zijn gedetineerd onmenselijk of vernederend worden behandeld, in de zin van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest). [1] Bij uitspraak van 11 februari 2020 (ECLI:NL:RBAMS:2020:1097) heeft de rechtbank geoordeeld dat het CPT-rapport van 4 mei 2018, naar aanleiding van bezoeken tussen 25 september 2017 en 6 oktober 2017, niet tot een ander oordeel leidt.
[plaats detentie] .Door de
acting head of the prison/chief inspectoris informatie verstrekt over de omstandigheden in deze detentie-instelling, waaruit onder meer blijkt dat de opgeëiste persoon minimaal 4 m2
personal spacezal hebben met een eigen badkamer en stromend water, dat gedetineerden toegang hebben tot adequate medische zorg en dat de omstandigheden in de gevangenis dagelijks worden gemonitord door bewakers op voldoende bescherming voor de gedetineerden.
[plaats detentie], terwijl in diezelfde garantie ook vermeld staat dat de opgeëiste persoon in het geval van nieuwe vonnissen of rechtszaken mogelijk naar een andere detentie-instelling wordt overgebracht. Dat betekent dat niet kan worden gezegd dat de detentiegarantie voldoende zekerheid biedt dat de opgeëiste persoon niet zal worden blootgesteld aan onmenselijke en vernederende behandeling.
ML(ECLI:EU:C:2018:589) is de uitvoerende autoriteit verplicht uitsluitend de detentiegarantie te onderzoeken in de detentie-instelling(en) waar de opgeëiste persoon, volgens de informatie waarover zij beschikt,
naar alle waarschijnlijkheidzal worden gedetineerd. Een garantie zoals in de huidige zaak is daarmee dus voldoende. De uitvaardigende autoriteit heeft immers informatie verstrekt waaruit volgt dat de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid in de
[plaats detentie]zal worden geplaatst. Tevens blijkt uit de garantie dat de omstandigheden in die detentie-instelling – zoals reeds vermeld – voldoen aan de eisen die daaraan door het Hof van Justitie van de Europese Unie worden gesteld.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
District Prosecutor’s Office Svilgenrad(Bulgarije) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.